35
Heleen liet zich voortslepen door het schip. Om de meest gestroomlijnde houding te bereiken, hield ze zich gestrekt. Ze probeerde haar benen zo dicht mogelijk tegen de scheepswand te drukken om hiermee de weerstand van het water te verkleinen. Haar tenen tikten regelmatig tegen het metaal.
Wonder boven wonder had haar plan gewerkt. Frank had haar windjack gevonden en was in de veronderstelling dat zij het gevecht met de Middellandse Zee had verloren. Tijdens haar schietgebedje waarin zij God smeekte om Frank niet nog een extra rondje om het schip te laten maken, had hij eerst wat gerommeld op het achterdek om uiteindelijk gas te geven. Hij koerste richting kust.
De eerste serie golven die over haar heen gutste, voelde nog als in een tropisch zwemparadijs. Haar opluchting over de miraculeuze ontsnapping had weer voldoende adrenaline door haar aderen laten stromen. Ondanks de omstandigheden voelde ze zich lichter worden. Elke golfbeweging bracht haar tenslotte dichter bij land.
Haar opgetogenheid was echter van korte duur. De Middellandse Zee liet zich opeens van haar andere kant zien. De golven werden hoger, waardoor het water dat in haar gezicht sloeg als klappen aanvoelde. Doordat ze betrekkelijk lang in het water had gelegen, begon ze de eerste verschijnselen van onderkoeling te vertonen. De watertemperatuur leek ineens een stuk lager. Door het voortdurende gebonk van het schip op de golven kregen haar spieren het steeds zwaarder te verduren.
Af en toe tilde ze haar hoofd op en zag in de verte de lichtjes van de kuststrook. Het was neonverlichting, de rode flitslampjes kwamen niet in haar blikveld. Het was in deze ruwe zee onmogelijk om vast te stellen of ze de kust naderden.
Om het penibele van haar positie wat naar de achtergrond te verschuiven, zocht ze naar afleiding. Een sterke geest kon tenslotte voor wonderen zorgen. Terwijl ze als een lappenpop werd voortgetrokken, richtte ze al haar woede op Frank.
Hufter, vuile klootzak. Ze beet op haar lip tegen de pijn en de opspelende emoties.
Na een brede waaier van druppels, wierp ze een snelle blik op de kustlijn. Was het gezichtsbedrog, of werd het licht helderder? Kwamen ze dan toch dichterbij? Een adrenalinestoot zorgde voor een portie hoop. Heleen trok haar lip op en dwong haar verkleumde vingers de lijn te blijven vasthouden.
Wat zullen de mensen zeggen, rotzak? Wat te denken van je zus Monique? Zou zij je nog steeds adoreren als ze de waarheid hoort? Dacht het niet. En de mensen op je werk? Ze zullen op je kotsen. Evenals mijn familie, kennissen en collega’s. Je zult boeten. Behalve bij die hoer van je, zul je nergens meer welkom zijn.
Haar lijf weigerde nog langer uit te voeren wat haar geest opdroeg. Haar grip op de lijn verslapte. Totale uitputting nam bezit van haar lichaam. Binnen nu en enkele seconden zou de lijn door haar vingers glippen.
Toen de golf de boeg raakte, liet ze los. Op datzelfde moment haalde ze diep adem en zette af. De duisternis omsloot haar. Ze wist nog met moeite vier zwemslagen te maken, waarna ze met haar hoofd boven water kwam. Het schip was inmiddels voorbij gevaren. Ze zag de contouren van Frank die achter het stuurwiel stond. Hij keek recht voor zich uit.
Nu ze rustig op de golven dobberde zag ze duidelijk dat de kustlijn helemaal niet zo ver van haar verwijderd lag. Vanuit deze positie was het moeilijk schatten, maar de afstand leek haar overzichtelijk. Dat lukt me wel, dacht Heleen. Het moet lukken. Ze rustte even uit en putte weer kracht uit een bron waarvan ze vroeger nooit het bestaan had vermoed. Daarna zwom ze zo beheerst als ze kon richting kust.
Verkleumd tot op het bot spoelde ze aan op het strand van Blanes. Ze kroop door het zand dat aanvoelde als satijn. Tranen biggelden over haar wangen. Ze had het gered!
Liggend in het zand probeerde ze eerst haar ademhaling te controleren en daarna deed ze oefeningen om de kramp uit haar beenspieren te verwijderen. Na een tijdje stond ze voorzichtig op en wankelde naar de promenade.
Toen ze langs de geparkeerde voertuigen strompelde, moest ze aan haar eigen auto denken. De autosleutels zaten nog in haar handtas, die nog in Franks huis lag. Ook dat was een onderdeel van zijn plan geweest. Waarschijnlijk zouden ze haar auto ergens bij de zee parkeren. Alleenstaande vrouw gaat ’s nachts in een dolle bui zwemmen en komt in de problemen. Niemand die ziet hoe ze verdrinkt. Haar lichaam spoelt enkele dagen later aan. Heel plausibel…
Het blauwe daklicht van een patrouillerende politiewagen verscheen in haar ooghoek. Ze stapte op de rijbaan en spreidde haar armen. De agenten schatten de situatie meteen goed in en ondersteunden haar. Ze nam plaats op de achterbank en begon ongecontroleerd te trillen.
Nadat ze met hete koffie en warme dekens op adem was gekomen, vertelde ze in het Engels wat er gebeurd was. De agenten namen haar serieus en schakelden direct de officier van justitie in. Na een kort onderhoud met deze man die haar eveneens uitermate correct behandelde, werd telefonisch bij de rechter een huiszoeking- en arrestatiebevel aangevraagd.
Twee uur later sloeg een arrestatieteam Frank en Romina in de boeien.