20.pdf

Gekke meiden

Sommige medewerksters waren wel wat wonderlijk

natuurlijk werkte bij ons een bontgekleurd gezelschap. Dat begon eigenlijk al met ons barpersoneel. Vintges was een groot mensenkenner en had zoals gezegd een briljante ingeving over de samenstelling van het barpersoneel, de homo’s.

Van hen heb ik in al die jaren daarna geen seconde spijt gehad. Onze supernichten waren een belangrijk onderdeel van het succes van Yab Yum. Ze waren geboren sfeermakers, waren deel van het entertainment. Ze zorgden voor onvergetelijke momenten. Zoals die dag dat Dien ging ‘trouwen’ met Ronny, de portier.

In de eerste vijftien jaar van Yab Yum, toen prostitutie nog niet geaccepteerd was in de maatschappij, was bij ons de familiegeest zeer sterk. Men hielp en steunde elkaar en de meisjes waren echt vriendinnen. Niet alleen onderling, maar zeker ook met het personeel was een sterke band. Zo groeide ook een bijzondere vriendschap tussen Dien, een van onze trouwe nichten van het barpersoneel, en Ronny, onze dubbelgespierde, aantrekkelijke portier, die overigens al jaren gelukkig getrouwd was. Hij was ook de man op wie ik altijd onvoorwaardelijk kon rekenen.

Op een dag kwam Dien naar mij toe met de vraag of zij deze vriendschap met Ronny, die al tien jaar lang bestond, op een vooravond in de club mocht vieren, in bijzijn van alle dames. Zij wilde deze vriendschap met een soort trouwfeest bezegelen. Ik vond dit idee nogal bizar, maar Ronny had er geen probleem mee en ik wilde Dien ook niet beledigen.

Aldus kwam de volgende dag een bloednerveuze Dien de kleedkamer binnen, omringd door tien dames. Heel de middag zijn ze bezig geweest om van Dien, voor zover mogelijk, een prachtige bruid te maken. Ze droeg een lange, witte trouwjurk met sleep en bijpassende witte, gladde handschoenen die haar armen tot bovenaan bedekten, waardoor haar spierballen wat minder opvielen. De lichtroze strik accentueerde sierlijk een lijn van haar ‘borsten’ tot aan haar heupen. Niets ontbrak, alles was tot in elk detail uitgewerkt (wat je wel aan Dien kon overlaten): de sexy panty met jarretels, de pumps met hoge hakken, de witte, paarlemoeren oorbellen van moeders, de roodgelakte vingernagels, knalrode lippen en last but not least een boeket rode rozen.

Het kwam nog wel bij me op om een opmerking te maken over het feit dat een bruid alleen in het wit mocht trouwen als zij nog maagd is, maar toen ik de gelukzalige uitdrukking op het gezicht van Dien zag, heb ik dat maar wijselijk voor me gehouden.

Klokslag zes uur arriveerde haar bruidegom. Hij zag er prachtig uit in zijn zwarte smoking met rode strik. Het feest kon beginnen, want het bruidspaar kwam binnen. De meisjes waren allemaal in het lang gekleed en zagen er toepasselijk uit voor deze belangrijke dag van Dien. Nadat Dien en Ronny elkaar het jawoord hadden gegeven, werd er gedronken, gegeten en gelachen. Net als op een echte bruiloft werden er talloze foto’s gemaakt.

Om acht uur moest deze voorstelling toch onderbroken worden. Het zakelijke deel van Yab Yum moest gewoon doorgaan en er diende door de echtelieden ruimte gemaakt te worden voor de ‘echtbrekers’. Dien was echter helemaal in haar rol en stond pontificaal in haar trouwjurk achter de bar te werken.

Rond negen uur kwamen drie Japanners binnen, die nietsvermoedend plaatsnamen aan de bar. Toen Dien, in vol ornaat, met haar zware, mannelijke stem vroeg wat zij wilden drinken, viel hun mond letterlijk open. Verbijsterd en vol ongeloof staarden de drie Aziaten, waarschijnlijk voor de eerste keer in Amsterdam, de verliefde barman/vrouw aan. Ik zag het gebeuren, maar wist op dat moment niets te bedenken om deze situatie op een elegante manier op te lossen. Ik nam de verkeerde beslissing en vroeg aan mijn nogal ongepolijste partner Hans wat ik hiermee aan moest. ‘Laat dat maar aan mij over,’ zei hij en stapte op Dien af. Schreeuwend, zoals hij dat alleen kon, riep hij: ‘Mafkees, trek godverdomme die idiote jurk uit! Je jaagt die jappen de stuipen op het lijf!’

Dien keek hem ontzet aan, barstte in tranen uit en zwaaide met haar armen. ‘Mijn bruiloft! Je verpest de belangrijkste dag van mijn leven!’ krijste ze. Met ongekende snelheid rende zij in haar bruidsjurk achter de bar vandaan, daarbij drie onthutste Japanners achterlatend. Onnodig te zeggen dat de ontroostbare Dien het deze avond voor gezien hield en, met drie bezorgde dames in haar zielzog, het pand met gezwinde spoed verliet. Overigens vroeg een van de Japanners later op de avond nog wel aan mij of Dien misschien beschikbaar was. Zo’n vrouw was hij in zijn leven nog niet tegengekomen.

Alweer te laat

Ik stoorde mij er ontzettend aan wanneer de meisjes te laat op hun werk verschenen. De vaste regel was dat ze tussen zeven en half acht binnenkwamen en om acht uur beschilderd in hun ‘oorlogskleuren’ en opgepoetst aan de bar zaten. Het kwam dikwijls voor dat ze zeker een uur te laat kwamen. Mijn voorstel om dan maar om negen uur voor de klanten open te gaan was natuurlijk ook geen oplossing, maar alleen een verschuiving van het dagelijkse probleem: dan zouden ze om negen uur binnenkomen. Op den duur hoorde het personeel de smoesjes van de meisjes die keer op keer te laat kwamen slechts nog aan en met een hoofdknik werden ze naar de kleedkamer gestuurd. Een zeer vaak voorkomend excuus was (en dit kan alleen in Nederland): de brug was open... de chauffeur kwam te laat... de oppas kwam (ook) te laat... of: er is een duif in mijn oog gevlogen!

Op zondagavond 4 oktober 1992 kwam een meisje dat veel te laat was met het ongeloofwaardige verhaal dat zij vlak bij de Bijlmer een vliegtuig had gezien, dat laag over de snelweg vloog en vervolgens zijn neus met een enorme klap in een van de flatgebouwen boorde, gevolgd door een geweldige explosie.

Het afschuwelijke nieuws over de Bijlmerramp was nog niet verspreid en Jan, de manager die avond, stuurde haar naar de kleedkamer met de woorden: ‘Ja ja, die hebben we tenminste nog nooit eerder gehoord.’

Na die avond werd er meer aandacht besteed aan verhalen die minder geloofwaardig waren. Het probleem van het te laat komen is echter nooit opgelost.

De verkeerde deur

Op een avond verscheen in de club een indrukwekkende dame van wat hogere leeftijd met de naam Birgit. Zij werkte al jaren achter het raam op de Wallen bij de Noorderkerk. Maar ja, zij had al zoveel leuke verhalen gehoord van dé club, dat zij toch eens moest komen kijken.

Je kon zien dat ze veel ervaring had en ze was ook zeer gewild bij de aanwezige heren. Uiteraard had ik haar op de hoogte gebracht van het beleid binnen Yab Yum: eerst gezellig babbelen met je nieuwe vriend, dan champagne drinken aan de bar en misschien, als de relatie zich verdiepte, zelfs nog een dansje maken. Er moest veel aandacht aan je prins besteed worden en na verloop van tijd was je, bij hoge uitzondering, bereid hem mee naar de kamer te nemen om daar te genieten van zijn ongetwijfeld buitengewone capaciteiten op het gebied van de liefde. Birgit probeerde zich zo goed en zo kwaad als het ging aan dit beleid te houden.

Aan het einde van de avond werd aan Birgit een riant bedrag uitbetaald, maar op de vraag of ze de volgende avond weer wilde komen werken, antwoordde ze: ‘Nee, jongen, je wordt bedankt, ik ben doodmoe en heb een schrale keel van dat geklets de hele avond. Ik kom om te neuken, niet om te praten!’

De Engelandvaarders

Aan de grote, vierkante handen en het doorleefde gezicht van Mike kon je zien dat hij, zoals hij later vertelde, kapitein was op een kotter. Tussen Engeland en Nederland vervoerde hij met zijn kotter licht vrachtwerk. Toen hij binnenkwam viel zijn oog meteen op een klein, sierlijk meisje, genaamd Agnes. Agnes was een rasechte Amsterdamse en na enig geknuffel aan de bar en stelde zij de zeeman voor om hem de prachtige stad te laten zien. Hij betaalde voor drie uur en stijf gearmd verliet het tweetal lopend het pand om via het Singel de bruisende binnenstad van Amsterdam te verkennen.

Als de dames door de klanten ‘uitgekocht’ werden, dus buiten de club zouden verblijven, waren ze verplicht om na afloop van de door de klant betaalde uren zich keurig af te melden. Dit was om er zeker van te zijn dat de dames zonder incidenten thuis aangekomen waren en natuurlijk ook om te voorkomen dat ze voor eigen rekening de uren verlengden. Hoorde de manager na afloop van de betaalde tijd niets van hen, dan werden de dames op hun mobieltje gebeld.

Na afloop van de drie uur liet Agnes die avond niets van zich horen. Mitch, de manager, was toch wel enigszins ongerust en belde haar op haar mobiel geen gehoor! In de loop van de nacht belde hij nog enkele malen, maar er werd niet opgenomen. Juist op het moment dat Mitch meende dat actie moest worden ondernomen, nam een slaapdronken Agnes de telefoon op. Mitch vroeg boos waar ze nu eigenlijk uithing, ze was al zeker zes uur te laat. Een doodse stilte volgde. Daarna hoorde hij wat gestommel. Toen klonk de krakende en slaperige stem van Agnes weer: ‘Ik lig voor de kust van Engeland.’

Later bleek dat de kapitein, na een uitgebreide wandeling door de binnenstad, het schip aan zijn meisje had willen laten zien. Ze waren samen naar zijn kajuit gegaan voor een laatste gesprek. Kennelijk waren de kapitein en onze oververmoeide Agnes na het intermezzo in slaap gevallen, terwijl de bemanning nietsvermoedend het anker lichtte...

Venetië in Amsterdam

Ik bedacht steeds weer nieuwe initiatieven, niet alleen om de klanten te verrassen, maar ook om de meisjes een langere periode de kans te geven om de klant te leren kennen. Een van die ideeën was een tocht met een rondvaartboot. Dit betrof een gerestaureerde salonboot, zoals die tegenwoordig wel vaker door de Amsterdamse grachten varen. Dit idee kon snel werkelijkheid worden, want met de unieke ligging van Yab Yum aan een van de Amsterdamse grachten kon men recht voor de deur aanmeren.

Met de rederij maakte ik de afspraak dat wanneer een klant, op welk tijdstip dan ook, behoefte had om samen met een of meerdere dames Amsterdam vanuit de boot te bezichtigen, dit mogelijk moest zijn. De kapitein van de boot, een knappe, blonde jongeman, was laaiend enthousiast. Om aan dit idee nog meer cachet te geven en om het Venetiaanse gevoel ook in de Amsterdamse grachten terug te laten komen, stelde hij voor om tijdens de tocht ook nog een aria ten gehore te brengen. Deze Amsterdamse Pavarotti had een prachtige, geschoolde zangstem.

Vanaf de eerste avond was het idee een groot succes. De heren genoten, onder het genot van een goed glas champagne, van het unieke panorama en de door hen uitverkoren dames.

Helaas was ook dit initiatief geen lang leven beschoren. Onze knappe, blonde Rudolf Valentino trok zoveel aandacht van de meisjes met zijn romantische liedjes en gespierde lijf, dat betalende, soms wat saaie klanten, zich regelmatig in de boot genomen voelden.

Uit eten hoeft niet duur te zijn

Zijn smetteloze en chique voorkomen verraadde dat deze graag geziene gast de directeur van een groot Nederlands bedrijf moest zijn. Na een paar drankjes aan de bar genuttigd te hebben viel zijn oog op onze jonge, welbespraakte en goedlachse Margreet. De gast was nogal vroeg deze avond en besloot de dame ‘op uitkoop’ mee te nemen.

Blij met de uitnodiging ging Margreet zich gauw omkleden beneden in het souterrain. Vijf minuten later stond zij aan de receptie in een afgewassen spijkerbroek, met sandalen, een rugzak en twee plastic tassen van de Aldi. Op de vraag waar ze wilde dineren, antwoordde zij spontaan: ‘Bij Cohen!’

Met onze blauwe Mercedes-limousine werd het paar keurig naar shoarmazaak Ben Cohen op de Rozengracht gereden. Daar tussen het dampende lamsvlees en de knoflooksaus had onze vaste klant met zijn Margreet ‘de avond van zijn leven’, zo vertelde hij me later.

assepoester, een waargebeurd sprookje hoe het ook voor muurbloempjes bal kan worden

==

Tot mijn verbazing waren er weleens meisjes ‘verliefd’ op me, hoewel ik dan toch dikwijls vermoedde dat dit ook te maken had met het door mij te bieden comfort.

==

Anneke deed er alles aan om een succesvolle gastvrouw te worden. Maar wat zij ook probeerde, lieve lachjes of sexy poses, ze werd nooit gekozen. Het was een heel lief meisje, maar een beetje verlegen. Zij had een goddelijk lichaam, maar wist dat op de een of andere manier uitstekend verborgen te houden. Dus zelfs als zij met nog maar één ander meisje beneden was, dan ging de klant toch met dat andere meisje naar boven.

Kortom, Anneke was een grijze muis die door iedereen over het hoofd werd gezien.

Toch lette zij altijd heel goed op als ik aan het begin van de avond met de meisjes de gebeurtenissen van de vorige avond doornam. We bespraken dan wat gisteren goed of fout was gegaan, zonder namen te noemen of ze te beschadigen. (Ik denk ongeveer zoals Louis van Gaal met zijn elftal werkt: is er nog gescoord, heb je je man wel goed gedekt...)

‘Jij had gisteren een gigant van een klant,’ zei ik dan bijvoorbeeld tegen een van mijn toppers. ‘Hij was een paar uur met je boven en heeft een paar flessen van de beste champagne besteld.’

Het meisje knikte trots en keek tevreden naar haar collegaatjes. Die zaten afwachtend te kijken wat er nog meer ging komen, want zij maakten dit soort sessies een paar keer per week mee.

Ik vroeg vervolgens nonchalant: ‘Hoe heette die man eigenlijk?’

Het meisje werd rood en hakkelde dat zij het niet wist.

‘Kijk,’ legde ik dan uit. ‘Zo’n man heeft een geweldige avond met je gehad en vervolgens wordt hij op een kille, onpersoonlijke manier de deur uit gewerkt. Zou het niet veel charmanter zijn geweest als je hem, bij het begeleiden naar de deur, met een enigszins zwoele stem in zijn oor had gefluisterd: “Bedankt, Wouter, wat heb ik een fantastische avond met je gehad!” Zo’n man voelt zich op dat moment twee meter groot en een directe concurrent van Casanova. Hij gaat weg met een tevreden gevoel en je ziet hem zeker terug. Dat is toch een kleine moeite?’

Dit soort gesprekken heb ik overigens vaak moeten herhalen, maar ik deed het niet met tegenzin. Deze werkwijze vormde een van de redenen dat Yab Yum geen echte concurrentie kende. De leiding van andere clubs deed namelijk niets aan begeleiding van de dames, ze waren niet begaan met hun klanten, niet betrokken met hun zaak. Als je daar binnenkwam, belandde je in een soort wachtkamerachtige situatie: in een semi-opgeleukt zaaltje zaten zes meiden van wie er vier met elkaar zaten te beppen. De vijfde zat knikkebollend in een hoekje en de zesde zat geconcentreerd in een tijdschrift te lezen. Als klant moest je erlangs lopen en er één uitkiezen, zonder een gezellig inleidend gesprekje of wat dan ook.

Mijn adviezen vielen bij onze dames in vruchtbare aarde. Niet iedereen heeft van huis uit immers een breed scala aan sociale vaardigheden meegekregen. Voor veel dames was het moeilijk om iemand op de juiste manier aan te spreken. Een voorbeeld van een veelvoorkomende fout: ‘Goedenavond, mijnheer. Bent u hier voor het eerst?’

Dat is niet erg prettig om te horen als je elke week fris gekapt en geschoren in je beste pak je opwachting maakt in de club. Er was gelukkig op een avond een vaste klant die hierop het passende antwoord vond: ‘Nee, ik woon hier!’

Een van de stomste vragen die een meisje ooit aan een klant stelde, nadat zij deze bn’er al jarenlang via de roddelbladen volgde, luidde: ‘Hoe gaat het nu met je vrouw? Zijn jullie al gescheiden?’

==

Belangrijk was ook dat de gastvrouwen breed georiënteerd waren en konden meepraten over actuele gebeurtenissen. ‘Lees de krant, kijk het journaal!’

Het gebeurde ook vaak bij beginnende dames dat zij over hun privéleven gingen vertellen. Ze hadden bijvoorbeeld een lieve vriend thuis en een hok vol met kinderen. De klant in kwestie zat algauw verveeld om zich heen te kijken. Daar kwam hij niet voor, hij wilde gezelligheid en vooral aandacht.

Sommige dames wachtten tot de klant oogcontact maakte, maar mijnheer had juist zijn bril thuisgelaten om er wat aantrekkelijker uit te zien. Dit kon dus soms wel heel lang duren... Aandacht, aandacht en nog eens aandacht, dat was op hoofdlijnen de inhoud van mijn motivatiegesprek aan het begin van de avond, tjakka!

==

Maar goed, terug naar Anneke, het bloedmooie maar verlegen meisje. Anneke lette heel goed op om iets van de ‘oude meester’ op te steken. Zij kon echter opletten wat ze wilde, ze kwam letterlijk niet aan de beurt. Ze verdiende dan ook haast niets.

Een beetje wanhopig kwam ze op een avond naar me toe. Het ging echt niet en ze wist niet wat ze ermee aan moest. Ik kreeg een briljante ingeving – al kwam dat ook doordat net die avond een kamermeisje had opgezegd.

Yab Yum had natuurlijk kamermeisjes. Een kamermeisje zorgde ervoor dat de bedden steeds van heldere lakens werden voorzien en bracht extra handdoeken en badjassen naar de kamers. De op de kamer bestelde drankjes werden ook door haar geserveerd. Een belangrijke, verzorgende taak kortom, die hoort bij de service van een klassezaak.

‘Als jij nu eens linnenmeisje wordt,’ stelde ik Anneke voor. ‘Je bent namelijk heel netjes en volgens mij heb je ook een lieve, verzorgende aard. Je hoeft je dan ook niet verlegen te voelen en ik zorg dat je een vast inkomen hebt, buiten de tips natuurlijk.’

Zij hoefde maar heel even na te denken en we waren nog net op tijd voor de werkoverdracht van de vertrekkende kamermeisjes.

Anneke werd kamermeisje en vanaf dag één was dat een enorm succesnummer.

Als zij op de kamer kwam, boog ze zich verleidelijk voorover om de klant zijn drankje in te schenken, waarbij ze hem een riant uitzicht bood op de welvingen van haar zeer appetijtelijke boezem. Een variant op dit thema was het bukken om te kijken of er voldoende handdoeken aanwezig waren, waarbij haar string net te zien was.

De ogen van de klanten rolden er haast uit en bij een volgende gelegenheid informeerde hij heel voorzichtig... of het linnenmeisje... heel misschien... tegen een riante vergoeding... bereid zou zijn... met hem... een glaasje champagne te drinken.

Ja, dat wilde Anneke wel!

De klanten bleken het veel opwindender te vinden om het linnenmeisje te versieren dan de professionele meisjes aan te spreken. Een man wil nu eenmaal altijd hebben wat hij niet kan krijgen. Zo werd Anneke, na haar ‘inwerkperiode’ van een maand of drie als linnenmeisje, een van de bestverdienende meisjes in de club.

Haar verlegenheid heeft niet lang geduurd.

21.pdf

Twee voor de prijs van één

Sommige meisjes hadden bijzondere talenten

yab yum was zo langzamerhand erg in trek bij potentiële gastvrouwen, maar er moest toch altijd een drempel overwonnen worden op het moment dat zij bij de club kwamen solliciteren. Het kostte enige moed om de trap van het statige pand aan het Singel 295 te beklimmen, aan te bellen en te wachten tot de drie meter hoge groene deur door de gerant werd geopend. Per slot van rekening was de dame in kwestie er nog nooit geweest en kende ze de inrichting en de gebruiken van Yab Yum hooguit van horen zeggen.

Op een avond stond er een opvallende jongedame voor de deur. Wij zullen haar hier Angie noemen. Zij was niet al te groot, had een heel mooi figuur en zwart, kortgeknipt haar. Het was zonder twijfel een heel apart typetje, dat sprak met een licht Engels accent. ‘Mijn name is Angie, you know.’

Later hoorde ik dat zij samenwoonde met een bekend kunstenaar. Deze artiest had een broertje dood aan hard werken en zijn beeldende kunst werd dan ook niet zo geweldig verkocht. Hij had echter van een andere hobby zijn beroep gemaakt en woonde samen met minimaal vier vrouwen. De energie die hij wist te besparen in zijn werk stak hij enthousiast en tot volle tevredenheid letterlijk en figuurlijk in zijn vrouwen. Ook een mens met een dergelijk talent moet uiteindelijk eten, dus spoorde hij zijn dames aan om voor een liggend beroep te kiezen en zo inkomsten voor hem te genereren. Hij zorgde voor het innerlijk welzijn van de dames, de dames zorgden voor zijn inkomsten, en zo was iedereen tevreden.

==

Het sollicitatiegesprek met Angie verliep dus buitengewoon soepel. Ze kon heel verleidelijk kijken en haar accent had wel wat. De branche was haar bovendien niet onbekend en de ongekende luxe in de club en de goede werksfeer spraken haar aan, en the money was very good. Kortom, Angie was een echte pro. Enthousiast vroeg ze of ze gelijk kon beginnen. Vanzelfsprekend was dat geen enkel probleem. Deze kennismaking was het begin van een bijzondere periode met haar.

Angie bleek al snel niet alleen erg geliefd te zijn bij de heren, maar ook haar collega’s waren zeer op haar gesteld. Ik vond haar ook erg innemend en zat vaak met haar te praten, waarbij ik me ontzettend vermaakte. Ze was grappig en erg gevat. Zo zal ik nooit vergeten dat ik op een avond tijdens ons gesprek even vriendschappelijk haar arm aanraakte, waarop ze me geschokt aankeek en streng zei: ‘Theo, als jij me wilt aanraken, wil je dat dan eerst even vragen?’

Op een avond kwam ze naar me toe en vroeg of een goede vriendin van haar mocht komen solliciteren. Daar kon ik natuurlijk geen nee tegen zeggen. ‘Ik kom wel met haar mee, dan zal ik je aan haar voorstellen,’ zei Angie.

De volgende avond stond klokslag acht uur een mooi vrouwtje voor de deur. Zij was de vriendin van Angie en stelde zich voor als Fabienne. Ze maakte de indruk een Française te zijn, niet al te groot, een heel mooi figuurtje en lang, lichtbruin haar. Ze droeg een streng brilletje en was gekleed in een kort rokje. Ze deed me denken aan een pinnige schooljuffrouw. Fabienne excuseerde zich voor de afwezigheid van haar vriendin Angie, die helaas niet mee kon komen; ze had geen oppas kunnen vinden voor haar hond.

Ook met Fabienne verliep het sollicitatiegesprek buitengewoon soepel. Zij had een licht Frans accent, dat ongelooflijk sexy klonk.

Ze had heel snel door hoe het bij ons werkte en wilde graag direct beginnen. Wel gaf ze te kennen dat zij liever niet gelijktijdig met Angie ingeroosterd wilde worden, want dat lag nogal gevoelig. Vanaf die avond werkten de twee vriendinnen dus uitsluitend op verschillende avonden bij Yab Yum en ik moet zeggen, het waren allebei kaskrakers.

Op een nogal drukke avond kwam Angie een keer naar mij toe met een, naar mijn mening, grappige vraag: ‘Theo, mijn vriend Gerard,’ (Angie vergat nooit de namen van haar klanten!) ‘met wie ik op dit moment champagne zit te drinken, wil met me naar de kamer, maar hij heeft een nogal aparte wens. Hij vraagt of hij na afloop van ons samenzijn uit het raam mag springen.’

Ik keek Angie aan en dacht dat ze me in de maling nam. Hoewel ze een ernstig gezicht trok, dacht ik: speel het spel maar mee. Kalm antwoordde ik: ‘Geen probleem, maar laat Gerard dan wel vooraf betalen.’

Geïrriteerd zei ze: ‘Ja, hè hè, natuurlijk. Dacht je dat ik gek ben?’

‘Maar,’ zei ik, ‘wacht er nog even mee, want alle kamers aan de kant van de gracht zijn bezet. De ramen aan de achterkant komen op het binnentuintje uit, en als die Gerard daar naar beneden springt, beschadigt hij sowieso onze rozenstruik. Bovendien geeft het een enorme rotzooi die wij zelf mogen opruimen. Daar voel ik helemaal niets voor, terwijl ik hem aan de voorkant zo de gracht in kan vegen.’

Daar had Angie alle begrip voor.

Niet veel later kwam de voorkamer op de derde verdieping beschikbaar. De elegant geklede Gerard rekende keurig af en gezamenlijk met Angie klom hij de trap op naar kamer 31.

Een halfuur later stond Angie volkomen onthutst, met Gerard in haar kielzog, aan de receptie. Na een ‘goed gesprek’ in het bubbelbad achtte Gerard de tijd gekomen om het raam te openen. Hij had echt van alles geprobeerd, maar het raam was hermetisch afgesloten. Ook Angie kon het niet open krijgen. (Inderdaad waren alle ramen zowel voor als achter dichtgeschroefd.) Angie was heel boos en Gerard was ontzettend teleurgesteld. Het was geen stijl. Hij had zich zo op de sprong verheugd en er was niets van terechtgekomen. Gerard, de vliegenier in spe, verliet op hoge poten het pand.

Ik keek Angie aan en vroeg verbijsterd: ‘Angie, je wilt toch niet zeggen dat die heer Gerard écht wilde springen?’

‘Jazeker,’ antwoordde zij kordaat, waarop ik zei: ‘Als jij uit het raam zou willen springen, zou ik je tegenhouden.’

‘Theo,’ antwoordde ze, ‘dan zou ik nooit meer met je praten.’

Ik gaf, om tenminste nog het laatste woord te hebben, als repliek: ‘En als ik je niet zou tegenhouden, zou je dan wél met mij praten?’

Angie gaf geen antwoord en bleef de rest van de avond chagrijnig.

Ontdaan bleef ik achter.

==

Het inroosteren van de meisjes gebeurde elke week. Zoals afgesproken bij het sollicitatiegesprek hield ik mij keurig aan de afspraak om Angie en Fabienne niet op dezelfde avond te laten werken. Op een avond kreeg ik echter een telefoontje van een vaste klant die beide vriendinnen wilde uitnodigen om ‘vrijdags mee uit eten te gaan en daarna naar de club te komen’.

Na overleg met Fabienne gaf zij te kennen dat dit niet mogelijk was omdat zij net op die avond Franse les gaf; Angie was daarentegen wel beschikbaar. Het bleef niet bij deze ene afzegging. Elke keer had een van de twee een smoes om niet te hoeven samenwerken.

De twijfel begon aan me te knagen. Langzaam maar zeker begonnen ook de jongens achter de bar erachter te komen dat er iets niet klopte. We begonnen de twee dames steeds nauwkeuriger te bestuderen. Er waren wel erg veel overeenkomsten, concludeerden we. Eerst dachten we nog dat Angie en Fabienne twee zusjes waren, tot op een avond een van de jongens zei: ‘Angie en Fabienne zijn een en dezelfde persoon!’

Toen pas zag ik het ook. De dames hadden ons maandenlang in de waan gelaten dat wij twee verschillende meisjes in dienst hadden. Maar al die tijd was er maar één geweest.

Ik sprak met de jongens af om onze ontdekking geheim te houden. Eerlijk gezegd vonden we het wel interessant en bovendien slacht je als clubeigenaar toch niet je kip met de gouden eieren? Angie en Fabienne hebben nooit geweten dat wij hun geheim doorgrond hadden.

Later bleek dat de persoonsverwisseling altijd ’s morgens om zes uur moest plaatsvinden. Fabienne en Angie wisten van elkaars bestaan, maar hadden geen grip op de gedaanteverwisseling. Het gebeurde gewoon.

Eén keer is het goed fout gegaan. Op een avond werd Fabienne door een heer voor een escort van zes uur meegenomen naar zijn hotel. Het was kennelijk nogal een heftig gebeuren, want zowel onze langharige brunette als de klant viel in slaap.

Toen de man om zeven uur ’s ochtends wakker werd, schrok hij zich een ongeluk. Naast hem lag niet die langharige brunette van de nacht ervoor, maar een kortgeknipte zwartharige.

Ik heb later van de klant begrepen dat hij eerst dacht dat hij te veel gedronken had, maar vervolgens de situatie op waarde heeft weten te schatten en Angie ’s ochtends uitnodigde voor de tweede en beslissende ronde. Dit alles onder het motto: twee voor de prijs van één.

==

==

het was één grote familie

==

Om de familiesfeer in Yab Yum te promoten gaf ik voor het personeel leuke en goed verzorgde feesten in de club. Natuurlijk werd de club die avonden gesloten voor klanten, en altijd trad er een bekende zanger op of draaide er een bekende dj. Er werd lekker gegeten, gedronken en veel gedanst.

We organiseerden bijvoorbeeld midzomeravonden. Het thema was dan ‘witte kleding’. Dat gaf wekenlang opwinding onder de meisjes en ze deden dan ook hun uiterste best elkaar te overtreffen in de keus van hun witte toiletjes. Sommigen kwamen als elfje, anderen als balletdanseres...

De kerstavond was ook zo’n bijzondere familieavond, waarbij de bar door de barmannen feestelijk werd aangekleed. Onder de drie meter hoge kerstboom werden pakjes uitgedeeld en gedichten voorgelezen die de meisjes zelf geschreven hadden. Iedereen werd in het zonnetje gezet.

Het was natuurlijk wel jammer dat Angie en Fabienne nooit gezamenlijk feest konden vieren. Een van de twee was altijd afwezig. Dat moest nu eenmaal zo zijn.

22.pdf

Zigeunermuziek

Sommige mensen hebben bijzondere wensen

soms vervulden we heel speciale wensen. Zoals voor de belangrijkste klant van een reclamebureau, waarvan de directeur dikwijls met zijn relaties bij ons een glaasje champagne kwam drinken...

‘Luister, Theo,’ zei mijn succesvolle reclamevriend, ‘je weet dat het Zwitserse internationale bedrijf [...] zo ongeveer mijn belangrijkste opdrachtgever is. Met de Nederlandse manager van dat bedrijf heb ik hier veel leuke uren doorgebracht. Hij vindt een kijkje bij Yab Yum altijd een prachtige afsluiting van zijn bezoek aan Amsterdam. Soms heb ik zelfs het idee dat hij speciaal hiervoor naar onze stad komt. Deze keer komt hij met de grote baas uit Zwitserland. Wij presenteren de nieuwe campagne die we voor zijn bedrijf gemaakt hebben en gaan dan ergens eten. Daarna komen we naar jou toe, dus doe iets speciaals voor deze avond en verzin een list. Het is echt van groot belang voor mijn bedrijf.’

In die tijd exploiteerde ik op de Willemsparkweg in Amsterdam bij wijze van hobby een restaurant met een zigeunerorkest. Ik had het idee die zigeuners op de bewuste avond naar het Singel te laten komen.

Bij binnenkomst van het Zwitserse gezelschap, rond elf uur ’s?avonds, zorgde ik voor een aparte ontvangst: het voltallige, zeskoppige orkest stond met opgerolde broekspijpen midden in de fontein recht tegenover de ingang te spelen. Mijn reclamevriend glimlachte van oor tot oor. In zijn kielzog stonden de Nederlandse manager en zijn joods-Zwitserse baas te genieten van de virtuoze musici. De baas was een tanig oud kereltje met plukjes grijs haar en priemende, bleekblauwe kraaloogjes. Ik begreep meteen dat voor hem wel iets speciaals nodig was, wilde hij nog iets bij de dames presteren. Gelukkig was er het nodige voorbereid.

Na enkele inleidende drankjes en een gefluisterd onderonsje tussen hem en zijn Nederlandse vertegenwoordiger werd ik gewenkt. Ze gaven me discreet te verstaan welke dames de goedkeuring konden wegdragen van de Zwitserse multimiljonair. Boven op de kamer werd alles in gereedheid gebracht en een van de meisjes nam het baasje voorzichtig bij de hand en leidde hem naar de kamer. De jacuzzi stond klaar en het licht was gedimd.

Beneden kwamen wij op het idee om zijn escapades op de kamer met een muzikaal tintje te omlijsten. Een halfuurtje later zette ik stiekem de deur op een kier om te kijken wat de vorderingen waren. Ik moet zeggen, voor zijn leeftijd deed hij goed zijn best.

Zachtjes duwde ik de deur verder open. Geruisloos gingen de zes violisten rond het bed staan en zonder dat de grote baas iets doorhad, zetten ze hun viool aan de schouder en speelden auf Zigeunerart: ‘Wer soll das bezahlen? Wer hat soviel Geld?’

Het meneertje verhief zich van de onderliggende dame en riep lachend: ‘Das habe ich!’

Zo werd het een lange en gezellige nacht, die garant stond voor een duurzame en vruchtbare samenwerking tussen de multinational en het reclamebureau. Voor dit soort situaties stond ik garant. Voor de klant voelde ik me verantwoordelijk voor de zaak van morgen. Deze verantwoording ben ik nooit uit de weg gegaan.

23.pdf

Yab Yum. Een merk – een label

Uniek in de branche

wat ik samen met mijn compagnon Vintges op het Singel 295 in 1976 speels begonnen was, groeide in de loop van de jaren uit tot een goed georganiseerd en succesvol bedrijf. Elke dag was het weer spannend wat de avond zou brengen. Ik hield van mijn werk, wat volgens mij de basis van elk succes moet zijn.

Ik vond het belangrijk de zaak steeds maar weer te verbouwen en het interieur te vernieuwen in de stijl van die tijd. Zo begon ik in 1980 met de grote boeddhabeelden en een donker interieur met weinig verlichting, en huurde ik daarna een Italiaans designer in voor mijn laatste grote ingreep in 1997. De grote kandelaars uit Venetië en de witleren banken gaven Yab Yum een totaal nieuw gezicht. Hij bedacht ook een vide twee meter boven de fontein, waar de dj goed uitzicht had op de bar en de dansvloer om zo makkelijk op de muzikale wensen van de gasten en de dames te kunnen inspelen.

In de tijd van Vintges stonden in elke kamer grote bubbelbaden in een oudroze kleur. Veertien jaar later werden die vervangen door hagelwitte baden, zodat de gasten zelf konden zien dat daadwerkelijk alles brandschoon was. Ook de tandenborstel, de kammetjes en de reukloze zeep ontbraken niet. (Géén geparfumeerde zeep, want er zijn nu eenmaal vrouwen die aan hun laat thuiskomende man ruiken in een poging te achterhalen waar hij gezeten heeft.) De handdoeken en badmatten waren voorzien van het Yab Yum-logo met de twee bekende witte duiven. Ik wilde in niets onderdoen voor het duurste hotel, dus er waren in elke kamer ook badjassen en slippers met het logo aanwezig. De champagne met Yab Yum-label werd uit zilveren koelers geserveerd in champagneglazen voorzien van ons logo. Het logo werd ook een beeldmerk op viltjes en luciferdoosjes, later vervangen door aanstekers met logo. Men nam ze niet mee naar huis, maar wel mee naar kantoor – dan had je meteen een mooi gesprek.

==

Ook het personeel moest er perfect uitzien. Dus werd bij Tip de Bruijn beroepskleding uitgezocht, zodat voor onze cliënten ieder personeelslid goed herkenbaar in zijn functie was. De kelners zagen er bijvoorbeeld klassiek uit, zoals in een driesterrenrestaurant. Zwarte broek, wit overhemd, zwart vestje erover. Het barpersoneel droeg glittervestjes, een beetje een Gerard Joling-achtige stijl. De mannen droegen allemaal dezelfde stropdas van rood zijde. De dames van de receptie droegen een rood vestje over een blouse, boven een beschaafd rokje. In zo’n chique gelegenheid met navenante prijzen als Yab Yum verwachtte men nu eenmaal chique kleding.

Door altijd alert te blijven en een onvermoeibare aandacht voor mijn bedrijf te hebben, is het me gelukt om van een illegale zaak een wereldmerk te maken. Dit vergde enorm veel tijd, en om eerlijk te zijn was ik in die tijd meer getrouwd met mijn zaak dan met mijn vrouw.

De grote doorbraak naar aanzien en acceptatie van mijn bedrijf in de maatschappij begon toen ik voor het eerst de krantenkoppen haalde en de journalistiek interesse in mijn werk toonde. Het eerste artikel over Yab Yum verscheen al in 1978, twee jaar na de opening. In De Telegraaf stond op pagina 4 in grote letters ‘uur kamerhuur bij yab yum kost weekloon’ en het artikel eronder gaf een beschrijving van het opvallend luxe karakter van onze zaak, ‘waar zakenlui en zeer draagkrachtige mensen zich in gezelschap van aantrekkelijke gastvrouwen kunnen ontspannen’.

Door de jaren heen verscheen Yab Yum in bijna alle kranten en tijdschriften, van de Volkskrant en NRC Handelsblad tot De Telegraaf, en van Passage of Privé tot de Nieuwe Revu en Vrij Nederland. Elk nieuwtje of schandaaltje leverde over de volle breedte van de journalistiek publiciteit op. Lange reportages en diepte-interviews verschenen niet alleen in Playboy en Penthouse, maar ook in tijdschriften als het miljonairsblad Miljonair of Quote.

==

==

gebruiksaanwijzing voor beginners

==

Toen Penthouse op de Nederlandse markt verscheen was het meteen een succes, al was het maar door de prachtige fotoreportage van Vanessa. Voor ons ontstond een spannende nieuwe mogelijkheid omdat Penthouse, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Playboy, wel advertenties accepteerde voor de club.

Wij plaatsten meteen een prachtige serie dubbele kleurenpagina’s met een handleiding voor potentiële klanten met drempelvrees. En we waren meteen eregast bij de grandioze introductie van het blad in Huis ter Duin.

Daarnaast werden de televisieprogramma’s nieuwsgierig. Ik herinner me nog mijn eerste tv-optreden in 1988: Koos Postema nodigde me uit voor zijn programma De Keus van Koos waarin hij prominente gasten portretteerde. Hij was nieuwsgierig wie die Heuft toch eigenlijk was. Daarna kwamen uitzendingen zoals die van Gert-Jan Dröge met zijn societyprogramma Glamourland, het gezellige programma Lijn 5 met Mariska Hulscher, waarin ik vragen van kijkers mocht beantwoorden, en Lief en Leed, waarbij ik deel uitmaakte van het forum. Een wat serieuzere uitzending was die van Ontbijt TV: zestig minuten lang ging het over legalisatie van de branche, waarbij met een Kamerlid gediscussieerd werd over de opheffing van artikel 250bis, het bordeelverbod.

De uitzending Bergje voor Berg van Gert Berg met aan het eind de test met de leugendetector (die ik trouwens feilloos doorstond – een onmiskenbaar bewijs dat je een leugenaar bent) was erg amusant.

Ook Willibrord Frequin wist me te vinden voor verschillende afleveringen van De Week van Willibrord, en voor de tv-serie Diamant van rtl 4 vonden bij ons opnamen plaats, waarbij ik eens een keer een klant mocht spelen.

Mijn laatste televisieoptreden was in 1999 bij de veelbekeken late-night show Barend & Van Dorp.

Cabaretiers, zoals Freek de Jonge en Toon Hermans, gebruikten mijn instituut om de lachers op hun hand te krijgen.

Al die vormen van vrije publiciteit maakten op onbetaalbare wijze van Yab Yum een wereldmerk. Of men zich nu positief of negatief over mijn zaak uitliet, mijn idee was altijd: als ze maar over je praten.

Een mooi voorval was die actie met Annemarie Jorritsma, die in 1995 namens de vvd in het kabinet Paars i minister van Verkeer en Waterstaat was. De Volkskrant noteerde: ‘Als minister wil ik graag veel naar de mensen toe. Dat doe je dan, maar met de huidige regels zijn we bijna gedwongen een onaantrekkelijke auto te kiezen.’ Bedoeld werd haar Ford Scorpio, die bij aankoop op een tientje na 97.000 gulden kostte. Jorritsma vervolgde: ‘Mag een minister alsjeblieft in net zo’n dure auto rijden als de eerste de beste pooier van Amsterdam?’

Zo, die hoefde ik alleen nog maar in te koppen. Via De Telegraaf bood ik het arme mens mijn roze Cadillac uit 1975 aan, maar zonder chauffeur.

De minister weigerde beleefd.

24.pdf

Het grote geld

Ik kon zien waar het verdiend werd

al vanaf het begin was Yab Yum een spiegel van de economie. Ik kon zien waar het geld verdiend werd: de succesvolste vertegenwoordigers van hun branche werden dan namelijk een tijdlang mijn beste klanten. Alle grote bedrijven die ertoe deden hebben weleens gebruikgemaakt van onze services. Ook de onderwereld ontbrak niet. (Dat was overigens de branche waar het altijd goed ging.) Ik had de indruk dat veel van onze klanten de aanwezigheid van die dubieuze figuren wel interessant vonden. Hoe dan ook, Yab Yum bracht voor alle klanten een ongekende ambiance, waarbij men niet het idee had in een bordeel terecht te zijn gekomen.

Over het algemeen onderscheidde de klant van Yab Yum zich van de bezoeker aan een gemiddelde men’s club door een inkomen dat de Balkenende-norm ontsteeg (hoeveel, daar vroeg ik uiteraard nooit naar), een zeker oog voor kwaliteit en luxe en doorgaans had hij geen last van oer-Hollandse krenterigheid.

De toppers uit het bedrijfsleven kwamen om hun succes te vieren en de relatie met hun cliënten te verstevigen. Het hoogtepunt van een avond Yab Yum was het betalen van de vaak gepeperde rekening. Zo kon de gastheer laten zien dat hij succesvol was, dat geld voor hem niet veel uitmaakte, dat hij de weg in Amsterdam kende en dat hij een goede smaak had. Het was ook belangrijk dat hij de kunst verstond om een bezoek aan een men’s club goed te verpakken. Vaak heb ik zo’n bezoek vergeleken met een diner in een restaurant. Daar wil je als bezoeker ook genieten van een goede keuken, een vlekkeloze bediening en een sfeervolle ambiance. Als gastheer ben je daar zelfs min of meer verantwoordelijk voor.

Het klinkt misschien vreemd uit mijn mond, maar seks was in Yab Yum slechts een bijproduct. (Overigens wel een belangrijk bijproduct.) ‘Je komt er niet voor, maar het overkomt je,’ heb ik in interviews weleens gezegd. Het ging bijna altijd meer om een ondeugend soort vermaak, wat de ontspannen sfeer in alle opzichten ten goede kwam.

Peter Knegjens merkte eens op dat veel van Yab Yums gasten hun relaties bij ons kwijtraakten. Na een tijdje hadden ze geen relaties meer over. ‘Wie Yab Yum met een relatie binnentreedt,’ aldus Knegjens, ‘laat elke hoop varen, want gegarandeerd dat hij Yab Yum verlaat met een vriend.’ Wat dat betreft was Yab Yum in alle opzichten een club.

==

Mijn klanten voelden zich bij ons buitengewoon op hun gemak. Als ze bijvoorbeeld hun relaties op de meest uitgebreide wijze wilden trakteren maar zelf elders verplichtingen hadden, lieten ze een print maken van hun creditcard en gingen zelf naar hun afspraak toe. Ze wisten dat de verpozing op nette wijze verrekend zou worden. Ondenkbaar in deze branche, maar bij Yab Yum kon dat!

Het kwam geregeld voor dat grote bedrijven mij benaderden met de vraag of ik hun belangrijke relatie ’s avonds na het diner met onze limousine wilde laten ophalen. De rekening (met daarop ‘Entertainment voor u en uw gasten’) moest dan naar het desbetreffende bedrijf worden gestuurd. Vaak bleef zo’n bezoek trouwens beperkt tot een goede fles champagne en een gezellige babbel met een van de dames. Bij Yab Yum liep de gastheer nooit het risico zijn relaties naar een ordinair bordeel gestuurd te hebben.

Een congres in de stad betekende voor ons meer werk aan de winkel. Een bezoek aan Yab Yum was kennelijk voor veel congresgangers een broodnodig vervolg op een dag toespraken aanhoren en naar powerpointpresentaties staren. Hoewel de voor ons beste congressen mij niet bijzonder saai leken: de AutoRAI en vrachtwagenbeurzen. Het evenement dat steevast voor een dubbele omzet zorgde was het ibc Media en Broadcasting Congres. Na afloop van (en soms al tijdens) dat congres mochten we verschillende filmsterren welkom heten in Yab Yum. De Horecava daarentegen was weer slecht: die congresgangers hadden al de hele dag lopen zuipen en haalden onze drempel niet meer.

Popsterren kregen we ook wel over de vloer, al kwam dat niet zo vaak voor als wel gedacht wordt. De meeste artiesten nodigden enkele dames bij zich in hun hotel uit. Ik liep de champagne-inkomsten dan mis, maar ach, het interieur van mijn zaak bleef in elk geval heel.

Sowieso had ik doorgaans heel nette klandizie. Misdragingen waren er nauwelijks. We hoefden er nooit iemand uit te zetten. Ja, degenen die ik de toegang wilde ontzeggen, kon ik niet weigeren: de penoze.

25.pdf

Guinness Book of Records

Hoe één klant alle records wilde breken en andere merkwaardige gasten

als er één cliënt was, voor wie ik een standbeeld zou oprichten, dan was dat een zekere Dirk. Dirk was niet een van onze knapste klanten, maar hij viel op omdat zijn bestedingspatroon buitenproportionele vormen aannam – en dat wil wat zeggen in Yab Yum.

Eén van Dirk zijn afwijkingen was dat hij het creëren en betalen van een hoge rekening toch wel de mooiste uitdaging van de avond vond. Dirk was om die reden niet alleen populair bij de dames, maar zeker ook bij mij. Er ontstond zelfs een zekere concurrentiestrijd tussen de dames en mij. Ik moest namelijk soms mijn gezag laten gelden om ze bij Dirk weg te houden om zelf wat meer van hem aan de weet te komen. Onze gesprekken zag ik als een goede investering.

==

In een van onze vertrouwelijke gesprekken gaf Dirk onverwacht te kennen dat hij het buitengewoon spannend zou vinden om enkele dagen in de club te vertoeven. Gewoon uit logeren!

Er begon bij mij op dat moment ergens in mijn achterhoofd een kassa te rinkelen en ik kreeg een grijns om mijn mond die er niet meer af wilde. Ondanks het feit dat hij als werknemer keurig van acht tot vijf op kantoor zat, kwam het geld namelijk met bakken bij hem binnen. Ik begreep niet precies wat hij deed, maar hij zei dat hij op de beurs werkte. (Naderhand begreep ik dat de manier waarop hij zijn geld verdiende niet die van een doorsnee-klant van Yab Yum was. Hoewel...) Nu bleek het zo te zijn dat hij voor zijn exorbitant hoge inkomsten eigenlijk geen bestemming wist. Op dit punt vulden we elkaar uitstekend aan, want ik kon wel een bestemming voor zijn geld bedenken: het Theo Heuft-fonds.

Ik vond het dus een geweldig idee en de volgende maandagavond stond Dirk zoals afgesproken bepakt en bezakt voor de deur. Hij was helemaal klaar voor het avontuur in Yab Yum. Vier dagen lekker verwend worden door vijfentwintig dames en bediend door leden van de staf.

Het was voor mij wel zaak om voor deze dagen een goede planning te maken. Ik was ervan overtuigd dat als Dirk zich vanaf het begin te intensief met de dames bezig zou houden de sleur snel zijn intrede zou doen. Bovendien heeft iedere man op den duur zo zijn fysieke beperkingen.

Ik trok mijn meest serieuze gezicht, nam hem even apart en zei: ‘Luister Dirk, de hele dag, avond en nacht met de meisjes in de weer, dat houdt geen paard vol. Je wordt er doodmoe van, krijgt last van je rug en uit ervaring weet ik dat het uiteindelijk gaat vervelen. Neem dat maar van mij aan. Trouwens, die eindeloos herhalende op-en-neerbeweging met de dames is toch een soort van volksvermaak, dat niet helemaal jouw niveau is. Je moet je vleselijke lusten een beetje doseren.’

Dirk luisterde aandachtig en beloofde mijn raad op te volgen.

Ik had de hele eerste verdieping voor hem gereserveerd. De twee aan elkaar grenzende kamers met bubbelbaden waren zeer geschikt voor Dirk en zijn harem. Ik had met hem afgesproken dat hij als een Arabische sjeik, op het moment dat zijn hormonen het initiatief van hem overnamen, zijn keuze mocht maken uit de meer dan vijfentwintig dames die beneden aan de bar zaten. Als Dirk zich vermaakte met een meisje in de ene kamer, konden de andere meisjes uitrusten of zich voorbereiden in de andere kamer.

Dirk was niet terughoudend en koos meestal zeven tot negen dames voor de nacht. Na de nodige consumpties te hebben genuttigd aan de bar trok hij zich rond middernacht terug in zijn suite vergezeld van zijn dames. Een van de dames koos hij als zijn favoriet voor het eerste uur, maar meestal werd de inspanning al snel te groot en sliep hij na een halfuur als een roos. De dames vochten bijna om mee naar boven te mogen, want zo’n klant hadden zij nog nooit gehad. Voor vijfhonderd gulden per uur zaten ze onderling wat te keuvelen, dronken de mooiste champagnes en aten daarbij kaviaar en zalm. Gewoon gezellig.

==

Dirk hield zich keurig aan onze eerder gemaakte afspraken. Hij behandelde de dames met het grootste respect en de meeste waren ’s ochtends beter uitgeslapen dan als ze thuis geweest zouden zijn, waar ze nog weleens een opdringerige vriend of echtgenoot ter wille moesten zijn.

Op drukke avonden gebeurde het wel dat wij beneden dames te kort kwamen. Dan werd toch echt even de voorraad van Dirk aangesproken. We deden hem daarmee niets tekort; hij sliep toch en miste de meisjes niet. Voor ons betekende het dubbele inkomsten – ook niet vervelend natuurlijk.

Om de lege plek naast de slapende Dirk op te vullen had ons barpersoneel de ideale oplossing bedacht. Er werd een immens grote pluchen beer gekocht met de naam Bobo. Dirk vond het knuffelbeest geweldig: veel rustgevender en minder aanhankelijk dan de giechelende dames.

De kassa rinkelde gedurende deze uren gewoon door en niet voor weinig. Dirk betaalde zoals gezegd dus de reguliere uurprijs van vijfhonderd gulden voor elke gezelschapsdame. En dan hebben we het nog niet over de flessen champagne die tijdens het feestje werden genuttigd (ook als Dirk sliep).

==

De avonden en nachten werden dus goed ingevuld, maar overdag moest Dirk uiteraard ook vermaakt worden. Dat was nog niet zo eenvoudig.

Om negen uur ’s ochtends werd het tijd om de logé en zijn gevolg te wekken voor een copieus ontbijt, voorzien van de gebruikelijke champagne en niet te vergeten de kaviaar en zalm van Jacobus Toet. Deze kaviaarkoning van Amsterdam, die toen net begonnen was, draaide in die periode een recordomzet.

Als je lang van huis bent moeten er uiteraard ook wat andere zaken worden geregeld. Onze Dirk moest er toch pico bello uitzien. Mijn persoonlijke kapper, Tonny Nietveld, kwam elke ochtend langs. Dirk werd niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk geknipt en geschoren, want ook het kapperstarief was enigszins aangepast. Nora, mijn secretaresse, zorgde er ’s ochtends voor dat hij keurig werd aangekleed en onze gastvrouwen zorgden er ’s avonds weer voor dat hij van zijn kleding werd ontdaan. Zo had ieder zijn taak.

==

Dirk genoot zo ongelooflijk van al die aandacht dat hij na vier nachten zijn verblijf met nog vijf nachten verlengde.

Op de negende avond, de laatste van zijn avontuur, hadden de nichten een even prachtig als uitdagend idee: ‘Wij gaan ervoor zorgen dat Dirk in het Guinness Book of Records komt.’

Bij de fontein werd een manshoge toren opgebouwd, met vierhonderdvijftig op elkaar gestapelde champagneglazen. Staande op een trap schonk een van de nichten van bovenaf voorzichtig de glazen vol. Helaas hebben we het record niet gehaald, want net op het hoogtepunt aangekomen stortte de toren in. Het was een ravage. Tot aan onze enkels stonden we in de champagne. De recordpoging, waarvoor iets van negentig flessen nodig waren geweest, had echter wel een zeer positieve invloed op de hoogte van zijn rekening. Deze had best een vooraanstaande plaats in dat boek kunnen krijgen!

Om de rekening niet te veel te laten oplopen werd deze elke dag opgemaakt. Hij had uiteraard niet zoveel geld bij zich en gaf daarom een cheque mee, die onze Nora bij de bank incasseerde. Het is één keer voorgekomen dat hij op een bierviltje schreef: ‘Goed voor 100.000 gulden.’ Hij ondertekende het en, geloof het of niet, bij de bank werd het bierviltje gewoon verzilverd.

Toch heeft Dirk uiteindelijk een bijzonder record in Yab Yum gebroken: hij heeft tenslotte negen aaneengesloten dagen in de club doorgebracht en dat is vóór hem en ná hem niet meer voorgekomen. Om dit te honoreren hebben wij hem, alweer met een grandioze voorstelling van de vier nichten, een wisselbeker uitgereikt, waarop in gouden letters zijn naam prijkte. Ook daar zijn nog een mooi aantal flessen champagne in verdwenen, niet in de laatste plaats vanwege dat gat onderin. Dirk genoot gewoon enorm van het geluid van knallende kurken. Ik heb hem overigens wel gewaarschuwd dat de beker een wisselbeker was, dus hij kon hem ook weer kwijtraken.

==

Drie weken later stond Dirk weer op de stoep.

Nee, hij was niet van plan om de nacht bij ons door te brengen. Dirk had namelijk een reis geboekt naar Cannes aan de Côte d’Azur. Hij had drie weken hard gewerkt en moest dus nodig even ontspannen.

Voor de broodnodige inspanning koos hij vier gezelschapsdames uit en twee van onze barnichten mochten als bodyguard mee. Ik hoopte wel dat deze ‘draaikonten’ dat ‘bodyguard’ niet al te letterlijk zouden opvatten. Bobo de beer ging ook mee – voor de afwisseling.

Het was een bont gezelschap dat de volgende dag op Schiphol incheckte. De businessclass was meteen gevuld. Zelfs voor Bobo was een stoel in het vliegtuig gereserveerd.

Na drie dagen meldde Dirk zich samen met de dames en de twee bruinverbrande en perfect in het nieuw gestoken barboys keurig weer op het Singel 295. De verhalen waren indrukwekkend en na een koel glas bier heeft Dirk de rekening betaald en afscheid genomen van het hele gezelschap. Hij vond dat hij nu wel genoeg champagne had gedronken.

Helaas was dit de laatste keer dat wij Dirk zagen. Een paar weken later haalde hij de voorpagina van de krant met zijn beursavonturen. Hij heeft zijn wisselbeker nooit opgehaald. Die heeft nog jaren onder het stof in het magazijn gestaan, naast Bobo.

26.pdf

Raar, maar waar

Bezoek uit alle windstreken

mijnheer was al vanaf negen uur ’s avonds bezig zich met kaviaar, zalm en talloze flessen champagne uit te sloven tegenover een gezellige groep dames. Onze diskjockey speelde de door de dames aangevraagde nummers, waarop ze dansten en sensuele acts verzonnen. Met ter plekke verzonnen spelletjes en gezellige gesprekken wisten ze deze klant urenlang te entertainen. Je kon zien dat hij het naar zijn zin had.

Het hoogtepunt van de avond naderde en mijnheer betaalde aan de receptie het trotse bedrag van achttienduizend gulden. Tevreden en met een behoorlijke slok op stapte hij in onze Mercedes om hem keurig thuis te laten afzetten. Net op het eind van het Singel, ter hoogte van het toenmalige Sonesta Hotel, riep hij: ‘Stop! Stop!’ Hij strompelde de wagen uit en met grote krachtsinspanning liep hij kaarsrecht een roodverlicht pand binnen.

De gordijntjes van het raam werden dichtgetrokken.

Na vijftien minuten kwam de man met een grote glimlach op zijn gezicht naar buiten. Hij moest vijftig gulden betalen voor het absolute hoogtepunt van zijn avond. Hoe vreemd kan men zijn.

Mijnheer pastoor

Ook pastoors hebben wensen. Dit bewees het bezoek van een goeduitziende, bruingebrande Italiaanse pastoor, die met stijve witte kraag en zwart kostuum op een avond de club binnenkwam. Zijn keuze uit de tweeëntwintig aanwezige dames was snel gemaakt. Hij had een Bijbelachtig boek stevig onder zijn arm geklemd en klom, in gezelschap van zes dames, de trap op naar de ruime suitekamer nummer 12. Wat daar gebeurde kregen we na twee uur in een sappig verhaal uitgebreid van de dames te horen: ‘Hij kwam hijgend, van inspanning of van nervositeit, in de kamer aan en gaf ons de order om ons eerst uit te kleden. Daarna moesten we ons opstellen aan weerskanten van de suite zodat hij, in vol ornaat, tussen ons door kon lopen, wat hij ook zeer gracieus deed. Zijn wens was dat wij naar hem zouden fluiten en zouden roepen: “Oh, pretty boy. Oh, you nasty pretty boy.” Daarna sloeg hij zijn zwarte boek open en haalde er een bontgekleurde pauwenveer uit. Hij ging op het bed liggen en wij moesten op de rand gaan zitten om hem met de veer zachtjes over zijn lijf te strelen en te kietelen. Daarvan kreeg hij een hemelse blik in zijn ogen.’

Daar lag dan onze pastoor in zijn nakie, gewoon mens te zijn...

Geen scheve ogen

Japanners waren altijd graag geziene gasten in Yab Yum. Niet alleen omdat ze gedisciplineerd waren, altijd vriendelijk knikten, gauw tevreden waren, maar ook omdat bij de dames al snel bekend werd dat ze klein geschapen zijn. Bovendien hielden ze het nooit een heel uur vol. Dit verlichtte de werkzaamheden voor de dames aanzienlijk.

Een bijzonder tafereel vormden de vier Japanners die, net toen de grote viagrahype losbarstte, onze barman Leo om vier glazen Spa blauw vroegen, een papieren servetje en een scherp mes. Met opgetrokken wenkbrauwen en enige argwaan overhandigde Leo de bestelling, maar bleef toch voor de zekerheid met een zeer waakzaam oog in hun buurt. Alle vier klommen ze op de hoge barkrukken, die rond een verhoogde tafel met marmeren blad stonden. De baas van de vier vouwde het servetje keurig uit, streek het met zijn kleine vingertje glad, haalde voorzichtig uit zijn jaszak een zakdoek, waaruit één lichtblauw, ruitvormig pilletje tevoorschijn kwam. Hij keek in de rondte terwijl zijn vrienden hem triomfantelijk toeknikten, alsof zij hun baas wilden aanmoedigen. Het pilletje lag nu midden op het papieren servetje en was, zo zag Leo met een kennersblik, een viagrapil. Met het scherpe mes werd nu ceremonieel dat kleine, blauwe pilletje in vieren gesneden, waarbij ieder van de heren zijn deel met één grote slok water innam. Men grijnsde nog wat, knikte en ging op zoek naar het passende meisje.

Volgens de gelukkige dames hadden de vier Japanners het snelheidsrecord verbroken en waren ze optimaal tevredengesteld de straat op gegaan.

Discretie verzekerd?

Japanners staan erom bekend altijd een fotocamera bij zich te hebben. Op de Wallen kan dit tot gevolg hebben dat zonder pardon een toestel in de dichtstbijzijnde gracht wordt gegooid. De anonimiteit van de dames achter de ramen is tenslotte een goed bewaakt geheim.

Zo was het ook in Yab Yum. Niet dat wij een camera in het Singel gooiden, maar wel werden toestellen aan de receptie in bewaring gegeven. De heren konden met een gerust hart aan de bar zitten.

Dat dacht ook de trouwe, waarschijnlijk getrouwde, Japanse klant die zich blijkbaar verveelde en geen rekening hield met onze portier. Hij had het gemene idee om met het ingeleverde fototoestel een close-up te maken van de goedgevormde, ronde borsten van onze receptioniste. Hilariteit alom.

Hopelijk was het niet de echtgenote van die Japanse heer die de ontwikkelde foto’s ging ophalen.

Arabier in zwembroek

Met Arabieren was het vaak zo dat ze niet gauw aandacht kregen, omdat ze min of meer bekendstonden als ‘vrouwonvriendelijk’.

Toen op een avond twee goedgeklede Arabieren plaatsnamen achter in de bar naast de fontein op een van de witleren banken, kregen ze zelfs van het barpersoneel geen aandacht. Pas na tien minuten kwamen ze in beeld. Ze bestelden een Black Label met cola en bleven rustig zitten. Een meisje, voor wie het de eerste avond was, liep naar hen toe om zich keurig voor te stellen. De gentlemen bestelden één fles Taittinger Prestige met een plateau zalm en Beluga-kaviaar. De andere vijfentwintig aanwezige dames wisten hierna niet hoe snel ze naar de heren toe moesten gaan. Dat was dus precies wat de heren wilden: een harem, waaruit men de dames voor het kiezen had! De teller stopte bij tien. Een paar flessen Taittinger Prestige verder besloten de heren de uitgekozen harem in de grootste kamer, kamer 11, uit te nodigen. Voor ze naar boven gingen, vroegen de heren om twee zwembroeken. Gelukkig woonde ik toen achter de zaak en had er thuis nog wel twee liggen, die ik vervolgens aan de dames heb meegegeven. De mannen zijn met hun zwembroeken aan in het grote bubbelbad beland in gezelschap van vele dames en de Taittinger Prestige. Met een brede grijns op hun gezicht en met veel plezier hebben ze de rekening à raison van 55.000 gulden betaald. Voor mij persoonlijk was het uiteindelijk toch nog een dure avond, want de twee zwemslips heb ik helaas nooit meer teruggezien.

Broodje pindakaas

Graag geziene gasten waren ook de twee kale broers die, als bijzonderheid, met hun klompen aan de zaak binnenstapten. Keurig trokken ze de houten schoenen uit, zetten deze bij de voordeur neer en liepen de verdere avond op hun geitenwollen sokken door de bar. Het waren gulle jongens en de champagne vloeide rijkelijk. Daarnaast werd steevast een groot zilveren plateau met dun gesneden zalm met uitjes, kappertjes en toast op tafel geserveerd. Ook de rijk gevulde glazen schaal met Beluga-kaviaar ontbrak niet. Toch hebben de twee nooit van deze luxe geproefd. Op de vraag wat de heren dan wél lustten, antwoordden ze eenstemmig: ‘Doe maar een broodje pindakaas.’

Volle maan

Een bijzondere vogel was de stille en onopvallende klant die de gewoonte had bij volle maan even bij ons langs te komen.

Onder het genot van een paar biertjes zocht hij zijn meisje voor de avond uit. Het ging al snel rond dat dit een zeer gemakkelijke klant was. Overbodig te zeggen dat hij veel aandacht genoot.

Eenmaal zijn keuze gemaakt, betaalde hij aan de receptie voor drie uur ‘uitkoop’, in totaal voor 1500 gulden. Met onze bedrijfswagen werd hij met het uitgekozen meisje bij de poort van het Vondelpark afgezet.

Hier, bij volle maan, zaten ze dan romantisch op een bankje onder een grote eikenboom naar vogeltjes te luisteren.

03 Fotokatern Heuft@3 1.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 2.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 2.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 3.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 3.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 4.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 4.pdf

03 Fotokatern Heuft@3 5.pdf

27.pdf

Out of Africa

Mijn participant verwerft een diamantmijn

op de een of andere manier had ik er een neus voor om partners om mij heen te verzamelen die slechts voldeden aan het predicaat ‘monster zonder waarde’ en daarnaast ook nog regelrechte lastpakken waren.

Mijn laatst overgebleven zakenpartner Hans voldeed volledig aan deze omschrijving. Hij was een fantast; hij zou, naar eigen zeggen, in de Verenigde Staten opgegroeid zijn en at in zijn jeugd uit de afvalbakken van het Waldorf Astoria Hotel – en meer van dat soort fantasieën. Daarnaast las hij iets te veel boeken over de maffia. Jarenlang kwam hij ’s avonds langs in de club, maar niemand wist eigenlijk wat hij precies kwam doen. Meestal plofte hij zwaar hijgend pontificaal neer op de sofa die uitzicht bood op de trap naar de kamers boven. Hij was dik, vet, en had nog nooit in zijn leven een kilometer achter elkaar gelopen. Languit lag meneer daar dan naar adem te snakken. Hij was moe maar vond het uitzicht (dames die de klanten mee naar boven namen) ‘adembenemend’. Het was een gênante vertoning.

Toen hij, na een aantal dringende verzoeken van mijn kant, niet bereid was om zijn gedrag te veranderen, heb ik gewoon die sofa weggehaald. Onze verstandhouding was al niet zo best, en werd er niet bepaald beter op.

Hij had ook een bizar soort humor. Als hij zich verveelde, gebeurde het weleens dat hij klanten begon lastig te vallen. Hij vond het heel grappig om een klant die hem passeerde zogenaamd per ongeluk keihard tegen zijn schenen te schoppen. Onder luid geroep van ‘Oh, sorry! Did you hurt yourself?’ kwam hij haast niet meer bij van het lachen. In stilte hoopte ik dat hij het een keer bij de verkeerde zou flikken. Hij keek echter heel goed uit bij wie hij het deed, want hij heeft nooit klappen gehad.

==

In die tijd werkte bij ons een gastvrouw van Ghanese origine met de artiestennaam Naomi. (De dames werkten uiteraard nooit onder hun eigen naam.) Naomi kon prachtig vertellen over bovennatuurlijke zaken en avonturen die ze had meegemaakt in haar geboorteland. Hans hing bij al die verhalen aan haar lippen. Ze liet hem in vertrouwen weten dat zij van zeer goeden huize kwam en dat haar echte naam Nanyanika, ‘gift van God’, was. Dit ging er bij Hans in als koek, dus veranderde zij later van ‘van goede huize’ in ‘van koninklijken bloede’. Dat ging er bij Hans zo mogelijk nog beter in!

Haar familie regeerde al eeuwen over een deel van Ghana, dat rijk was aan delfstoffen. Haar oom was de huidige koning, His Royal Highness Batu Kofi Batu. Later kwam ik erachter dat deze ‘koning’ gewoon een stamhoofd was.

De relatie tussen de ‘gift van God’ en Hans verdiepte zich door al deze vertrouwelijkheden. Zij had niet veel moeite om hem ervan te overtuigen dat er voor een groot man zoals hij ongekende mogelijkheden lagen in Ghana. Als zij terugkeerde naar haar geboorteland zou zij overleg plegen met ‘His Royal Highness’ om Hans te introduceren.

Na een korte vakantie kwam zij met het heuglijke nieuws dat er niet minder dan een wonder was gebeurd: Zijne Hoogheid had beslist dat Hans eventueel een claim kon krijgen voor het exploiteren van een diamantmijn, in ruil voor een acceptabele financiering van de stam.

Hans was in alle staten. Dit was de kans waar hij heel zijn leven op had gewacht. Hij besloot direct met haar naar Ghana af te reizen om deze geweldige aanbieding ter plekke met His Highness te bespreken.

Zo gezegd, zo gedaan. Bij terugkomst in Nederland vertelde hij me enthousiast dat hij na uitgebreide onderhandelingen een claim had verkregen op een van de rijkste vindplaatsen in Ghana. Hans was, naar eigen zeggen, ook de beroerdste niet, dus hij nodigde mij meteen uit om aan het project deel te nemen (dus mee te financieren). Persoonlijk leek me dat een minder goed idee, dus ik deelde hem beleefd maar beslist mee dat ik op dit gebied zijn capaciteiten ontbeerde en daarom zijn aanbod dus niet kon aannemen.

Ik moest aan het gezegde denken dat je van een kale kip geen veren kunt plukken, en His Highness leek mij een sprekend voorbeeld van een kale kip.

Hans was daardoor niet ontmoedigd en richtte meteen een bv op, met de originele naam Westar Mining Company, waarvoor onze reclameman nog een passend logo ontwierp. Nanyanika werd general manager en de rol van aandeelhouder en financier werd uiteraard aan Hans toebedeeld.

Het grote avontuur begon. Hans reisde onophoudelijk op en neer naar Ghana. Hij borrelde van enthousiasme.

De Ghanezen konden alles gebruiken. Containers vol goederen en rollend materieel werden die kant op gestuurd en er werd zelfs midden in de jungle een groot huis gebouwd op kosten van Hans.

Bij een groot huis hoort ook personeel. Die doffe negers, zoals Hans ze lieflijk noemde, leken echter enorm op elkaar. Hans kon ze niet uit elkaar houden, dus liet hij door ons reclamebureau bedrijfsshirts ontwerpen met een nummering erop van één tot tien. Hij hoefde vervolgens alleen nog een aantal vingers op te steken om te laten weten wie hij moest hebben.

Nadat Hans de nodige valuta richting Afrika had laten stromen, kon eindelijk het voorbereidende werk beginnen. Hans was door zijn financiële injecties bijna net zo populair geworden als de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Hij kreeg van de koninklijke familie zelfs de aanbieding om zijn zoon, die zo nu en dan meereisde, tot prins te laten kronen. Aldus geschiedde.

De inzegening ging met grote festiviteiten gepaard en Hans maakte officieel deel uit van het koninklijk huis. Hij kleedde zich vanaf die dag ook als een Ghanese vorst. Het was telkens weer een koddig gezicht als hij met wapperende kleurrijke gewaden op Schiphol arriveerde.

Hans schijnt overigens niet de enige Nederlander te zijn die toetrad tot een Ghanese koninklijke familie. Onlangs zag ik op televisie in een show van Ivo Niehe een Limburgse hotelier voorbijkomen met de bloemrijke naam His Royal Highness Togbui Ngoryifia Kofi Arthur Paes Direnyo; daarvoor heette deze man gewoon Arthur Paes. Hij werd ooit bij de koninklijke familie geïntroduceerd door een Ghanese medekoning die in Duitsland woont en zijn dagelijks brood verdient als automonteur. Mochten er nog geïnteresseerden zijn: tegen een kleine vergoeding zijn er in Ghana vast nog wel een paar titels te koop.

==

Na twee jaar was het eindelijk zover. De boorwerkzaamheden konden beginnen. In verband met deze belangrijke fase in het project zou Hans vier weken in Ghana verblijven om een en ander op de voet te volgen. Het personeel en ik waren allang blij dat hij even weg was.

Vier weken waren mij niet gegeven, want na twee weken belde hij me op. Hij klonk erg nerveus en fluisterde gehaast: ‘Ik kom direct naar huis. Praat er met niemand over, want het is strikt geheim.’

Ik begon het aardig spannend te vinden.

Nadat Hans op Schiphol was geland, kwam hij in vol ornaat rechtstreeks naar mijn kantoor. Hij was rood aangelopen van opwinding en begon meteen hijgend te vertellen: ‘Theo, dit geloof je pas als je erbij bent geweest. Op aanwijzing van de medicijnman zijn we in de oosthoek van de claim begonnen met graven. Tegen de middag, toen we op ongeveer twee meter diep zaten, riep nummer 9 tijdens het zeven van de grond plotseling: “Stop! Stop!” Hij was op diamant gestuit! Voorzichtig zijn we die plek verder uit gaan graven. En moet je kijken.’

Hans haalde triomfantelijk drie jampotten uit zijn tas die tot aan de rand vol zaten met ruwe diamanten. Deze vondst zou volgens hem een revolutie kunnen ontketenen in de diamantwereld, dus er mocht absoluut niet over worden gesproken. Als het wereldwijde diamantconglomeraat Van Beers ervan hoorde, zouden zij weleens hun invloed kunnen aanwenden om de exploitatie stop te zetten.

Ik stelde voor om met enkele ruwe diamanten naar de overkant te lopen, waar onze bevriende diamantair Ouwerkerk was gevestigd, om deze stenen te laten testen.

Hans keek mij aan met een blik alsof ik het niet helemaal begrepen had. Veel te gevaarlijk. Dat het diamanten waren stond voor hem wel vast, maar het vaststellen van de kwaliteit moesten we zelf doen. Daarvoor was een diamanttester nodig, die we konden kopen bij de firma Drijfhout in de Nes.

‘Denk je dat één tester genoeg is?’ vroeg Hans.

‘Dat zal toch wel,’ antwoordde ik.

‘Stel dat die kapotgaat,’ opperde Hans, ‘of al stuk is bij levering. Dan weten we nog niks.’

‘O, dan bestellen we er toch gewoon twee,’ zei ik.

‘Wacht even...’ Hans keek bedenkelijk. ‘Maar als de ene het wel doet en de andere niet, hoe weten we dan welke van de twee stuk is?’

Voor alle zekerheid bestelden we er dus drie. Men had deze testers niet in voorraad; de levertijd was ongeveer drie weken.

Hans vroeg of de diamanten bij mij thuis bewaard konden worden. Ik wilde die verantwoording eigenlijk liever niet, maar stemde toch in. Bij thuiskomst vertelde ik mijn toenmalige echtgenote Tonny dat wij iets heel bijzonders in huis hadden. Tonny hoorde mijn verhaal aan, bekeek de jampotten met inhoud en zei met Hollandse nuchterheid: ‘Wat is die Hans een mafkees! Diamanten zeker, wat een gelul!’

Zij opende een van de potten (wat ik een soort heiligschennis vond), pakte er een grote diamant uit en legde die op het aanrecht. Ze haalde een klauwhamer tevoorschijn en gaf daarmee een stevige tik op de steen. Het ding spatte in duizend stukjes uit elkaar. De illusie van ruwe diamant werd zo nogal ruw verstoord. Het was kwarts, een waardeloos mineraal, een doorzichtige versie van kiezelsteen die ontzettend veel in de aardkorst voorkomt.

Mij restte de schone taak om aan Hans uit te leggen dat de jampot hoogstwaarschijnlijk meer waard was dan de inhoud. Met in gedachten dat het met de boodschapper van slecht nieuws meestal ook slecht afloopt, voelde ik me niet echt geroepen om hem uit de droom te helpen.

==

Hans liep al twee weken rond alsof hij een horzel in zijn achterwerk had, toen uiteindelijk het verlossende telefoontje kwam. De testers waren aangekomen. Hans spoedde zich naar de Nes om ze op te halen. Ik ging iets minder gehaast naar Amstelveen voor de drie jampotten.

Hans was zo opgewonden als een klein kind met Sinterklaas. De keuring kon beginnen.

De diamanttesters waren kleine apparaatjes die op de steen gezet moesten worden, waarbij een lampje ging branden indien het diamant betrof. Tot Hans’ verbazing bleek na het testen van de stenen niet één tester het gewenste resultaat te geven. Het kon toch niet zo zijn dat alle drie de apparaatjes niet goed waren? Wat nu?

De oplossing was in de buurt. Nora, mijn secretaresse, had ooit van haar vriend een (volgens zijn zeggen) heel dure diamanten ring gekregen. Voor de zekerheid hebben we ook deze ring getest en, jammer voor Nora, haar goede vriend had enigszins beknibbeld op zijn investering. Het was een zirkoon. Uiteindelijk bracht de bevriende diamantair Ouwerkerk na zes uitvoerige controles definitief uitsluitsel over de waarde(loosheid) van Hans’ stenen.

==

Vastberaden als mijn zakenpartner was op het gebied van stompzinnige fantasieën, bleef hij naar Ghana reizen. Het heeft hem handenvol geld gekost, maar hij heeft zijn stam in de jungle een goed leven bezorgd. Het is nooit bij hem opgekomen dat die doffe zwarten hem ongelooflijk te pakken hebben gehad en voor tonnen hebben opgelicht. Maar ach, hij heeft zich wel geamuseerd in zijn droomwereld.

Hans had de twijfelachtige eer om als een van de eersten slachtoffer te worden van listige Afrikanen. Ik zeg ‘een van de eersten’ omdat onze minister van Ontwikkelingssamenwerking hem natuurlijk al jaren eerder was voorgegaan.

Yab Yum. Het beroemdste bordeel van de wereld
Yab-Yum-a.xhtml
Yab-Yum-b.xhtml
Yab-Yum-c.xhtml
Yab-Yum-d.xhtml
Yab-Yum-e.xhtml