De weg

De weg is lang, verlaten

Een taai eenzaam gevecht

Met hobbels, kronkels, gaten

De weg gaat zelden recht

 

De weg is avonturen

Verveling en genot

Klam zweet en hete vuren

Stom toeval, plan en lot

 

De weg is niet de vraag waarheen

De weg is de vraag hoe

Je dacht een eind op streek te zijn

Maar je gaat nergens naartoe

 

De weg is lang, verlaten

Een ongelijke strijd

Met valkuilen, piraten

De weg neemt alle tijd

 

De weg is niet de vraag waarheen

De weg is de vraag hoe

Je dacht een eind op streek te zijn

Maar je gaat nergens naartoe

 

Ik was er destijds zeker van

Dat ik de richting wist

Nu denk ik vaak dat ik onderweg

Een afslag heb gemist

 

De weg is lang, de weg gaat door

De weg die kent geen eind

De weg gaat verder zonder ons

Als wij er niet meer zijn

 

De weg staat bol van bochten

Verrassing, tegenslag

De lieden die hem zochten

Ontdekten op een dag

 

De weg is niet de vraag waarheen

Maar de weg is de vraag hoe

Je dacht een eind op streek te zijn

Maar je gaat nergens naartoe

 

De vraag is niet de weg waarheen

De vraag is de weg hoe

Je dacht een eind op streek te zijn

Maar je gaat nergens naartoe

Elke dag opnieuw

Elke dag opnieuw begin ik een nieuw leven

Zet ik een dikke vette punt achter mijn misselijk bestaan

Niks bakte ik dan lucht van ouwe teven

Om kokhalzend en brakend gif op af te geven

De strontvliegen waren niet van me af te slaan

 

Elke dag opnieuw wens ik radicaal te breken

Met mijn miesje mislukken in de dagen van hiervoor

Mijn slijmen was geducht, gedoemd mijn faken

Kwam ik er niet mee weg, dan ging ik ermee vandoor

 

Elke dag opnieuw besluit ik voorgoed te kappen

Snij de beurse plekken weg uit mijn verrotte lijf

Dat als het erop aankwam zich willoos liet verslappen

Dat nooit op een standpunt of ruggengraat was te betrappen

En die klotehouding van me vloek ik tot een karakter stijf

 

Elke dag opnieuw begint het me meer te dagen

Hoe ik mijn beste jaren met braafheid heb verklooid

Met steeds ja en amen knikken op de idiootste vragen

Met slikken zonder kikken wat ze mij op kwamen dragen

Waarmee ik keer op keer mezelf te grabbel heb gegooid

 

Elke dag opnieuw besef ik het steeds beter

Moet breken met dat verleden en breken met die tijd

Dat ik er nog in geloofde tegen beter weten in

De pan wordt almaar leger en de soep dus almaar heter

Mijn lippen aan de hel verbrand, mijn hart verschroeid van spijt

 

Elke dag opnieuw verwens ik heel de aarde

Verwens ik God, de mensheid, maar bovenal mezelf

Vervloek mijn kleffe stem die liefdesliedjes baarde

Vervloek mijn linkerhand die er slagzij bij gitaarde

Maar stopte als het menens werd en zei: ‘Het is maar spel’

 

Elke dag opnieuw wil ik die ander worden

En stappen uit deze schertsvertoning van halfbakken schijn

Me schofterig binnenvechten bij die losgeslagen horde

Die Christus aan het kruis een lans zijn zij in porde

En eindelijk de kerel worden die ik altijd al wou zijn

Alleen de wind weet (duet)

man Vitrage vlaagt wit voor het halfopen schuifraam

Namiddagstadsgeluid dringt loom gesmoord door

Hier in kamer 16, één hoog. Hotel Eden klinkt goed

Maar stel je er niet al te veel bij voor

 

vrouw Het is laat op de avond verstikkend hierbinnen

Balkondeuren open, onweer in de lucht

Katten die janken op het plat van het schuurtje

Bladstil zo lijkt het. Soms plotseling een zucht

 

samen Alleen de wind weet wat de wind weet

Wat de wind weet dat weet alleen de wind

Alleen de wind weet wat de wind weet

Wat de wind weet dat weet alleen de wind

 

man Mijn koffer nog dicht. Alleen mijn pak uitgehangen

De hitte drukt neer als onzichtbare mist

In mijn hemd op het bed, lees je brief nog eens over

Maar het wit zegt weer niks wat ik nog niet wist

 

vrouw Net de hond uitgelaten. Tuur over een glossy

Harry die slaapt al, moet vroeg weer op pad

Ik dim alle lichten. Wou dat het ging bliksemen

Dat zou ik je schrijven als ik wist waar je zat

 

samen Alleen de wind weet wat de wind weet

Waar het eindigt wat begint

Alleen de wind weet wat de wind weet

Wat de wind weet dat weet alleen de wind

 

vrouw Het is pikkedonker. Het is of ik je kan horen

Of ik in de lobby zit van jouw hotel

man Ik ga naar beneden. De bar vrijwel verlaten

Een barman bij wie ik twee glazen bestel

vrouw Jij knikt. Ik knik terug alsof wij elkaar niet kennen

Zo drinken we zwijgend in veel te hard licht

man Dan pak je je tas. Je wilt thuis zijn voor het losbarst

De tocht in de draaideur en je verdwijnt uit het zicht

 

samen Alleen de wind weet wat de wind weet

Wat de wind weet dat weet alleen de wind

Alleen de wind weet wat de wind weet

Wat de wind weet dat weet alleen de wind

Sterker dan wij twee

Eindelijk weer samen

Al kan dit eigenlijk niet

In de schaduw van de hoop

Dat niemand ons hier ziet

Raken mijn vingertoppen

Je haren even aan

Weten wij allebei niet

Hoe verder dit moet gaan

 

Het overvalt je, velt je

Je hebt geen idee

Het grijpt om zich heen

Het sleurt ons met zich mee

Het is iets wat sterker is

Sterker dan wij twee

 

Eindelijk weer samen

Wat eigenlijk niet kan

In het donker van de nacht

Zonder doel, zonder plan

Dit is niet waar je voor kiest

Maar iets wat je gebeurt

De bodem slaat onder je weg

En je wordt meegesleurd

 

Het overvalt je, velt je

Je hebt geen idee

Het grijpt om zich heen

Het sleurt ons met zich mee

Het is iets wat sterker is

Sterker dan wij twee

 

In het donker op de tast

Houden wij ons aan elkaar vast

Wij fluisteren, fluisteren, fluisteren: nee

Maar het is sterker dan wij twee

 

Eindelijk weer samen

Kan dit eigenlijk wel?

Twee donkere figuren

In een schuchter schimmenspel

Voel ik jouw ogen branden

Als sintels op mijn huid

We vragen elkaar af

Hoe komen wij hieruit?

 

Het overvalt je, velt je

Je hebt geen idee

Het grijpt om zich heen

Het sleurt ons met zich mee

Het is iets wat sterker is

Sterker dan wij twee

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Ik was het opgeruimde type

Ik dacht wel na maar nooit te diep

Ik droomde zacht wanneer ik sliep

In aangename kleuren

 

Maar nu ben ik mijn nachtrust kwijt

Maal ik in bed de hele tijd

Terwijl ik in mijn kussen bijt

Van hoe dit kon gebeuren

 

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Waar begon ik aan?

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Ik liet je in mijn waan

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Je laat me niet meer gaan

Ik krijg je niet meer uit mijn hoofd vandaan

 

Met mij was nooit veel aan de hand

Ik hield mezelf wel uit de brand

Kwestie van stoppen voor de rand

En voor al te open deuren

 

Maar nu ken ik rust noch duur

Loop met mijn kop tegen de muur

Sla een bespottelijk figuur

Het is om je te bescheuren

 

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Waar begon ik aan?

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Ik liet je in mijn waan

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Je laat me niet meer gaan

Ik krijg je niet meer uit mijn hoofd vandaan

 

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Niet dat het me spijt

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Niet dat ik je iets verwijt

Ik heb je in mijn hoofd gehaald

Blijf alsjeblieft altijd

Ik wil je van mijn leven niet meer kwijt

Over de bergen

Over de bergen

Voorbij het begrijpen

Waar nauwelijks te rijmen

Verhalen van gaan

Over de bergen

Waar raadselen rijpen

Op gist van geheimen

Tot dromen ontstaan

 

Verstoken van stervelingen

Bakkeleien daar goden

Hard vallen woorden

Soms over de top

Die rollen dan als wolken

Laconiek van de flanken

En onder in het daldorp

Vangt een oudoom iets op

Wat hij kan doorvertellen

 

Over de bergen

Voorbij het begrijpen

Waar nauwelijks te rijmen

Verhalen van gaan

Over de bergen

Waar raadselen rijpen

Op gist van geheimen

Tot dromen ontstaan

 

Langs onpeilbare ravijnen

Van lot en verlangen

Kronkelen de paden

Van eeuwige duur

En in dronken spelonken

Poken dochters en zonen

In gloeiende sintels

Van voorvaderlijk vuur

En loos gaan de tongen

 

Over de bergen

Voorbij het begrijpen

Waar nauwelijks te rijmen

Verhalen van gaan

Over de bergen

Waar raadselen rijpen

Op gist van geheimen

Tot dromen ontstaan

 

Kom er maar achter

Over de bergen

Kom er maar achter

Maar kom er niet aan

Kom er maar achter

Over de bergen

Kom in de buurt

Maar blijf ervandaan

 

Over de bergen

Waarachter de zon schuilt

Uit het zicht van de maan

Ons land is te klein

Welk noodlot heeft jou beetgenomen?

Door hoeveel diepe dalen ben jij gegaan?

Van hoe ver weg ben jij tot hier gekomen?

Met wat voor waanzin heb jij oog in oog gestaan?

 

Hoe vaak moest jij niet voor je leven vrezen?

Je vluchtte om de vrijheid uit je land

Om net als iedereen mens te kunnen wezen

Nam je de gok en ging naar de overkant

 

En steeds weer moest je verder

Want de wereld is te klein

Om voor een vluchteling als jij

Een thuis te kunnen zijn

 

Hoeveel ellende heb jij moeten verdragen?

Voor welk onrecht ging jij op de loop?

Liet jij alles achter met niets in je bagage

Dan je verbeten, nooit opgegeven hoop?

 

Die hoop dat ergens op deze grote aarde

Voor jou een plek is waar je mag bestaan

Waar je kan leven, vrij, zonder gevaren

Waar je kan blijven en niet hoeft weg te gaan

 

Maar steeds weer moest je verder

Want de wereld is te klein

Om voor een vluchteling als jij

Een thuis te kunnen zijn

 

Je kwam naar hier, ons land gaf je vertrouwen

Dat het bestaat: een dak boven je hoofd

Een bed, een leven voor jou en voor de jouwen

Dat het waar kan worden waar je in gelooft

 

Hoe lang heb jij hier op een toekomst mogen hopen?

Je was al bijna aan die regen hier gewend

Maar het is geen nieuws voor jou dat dingen anders lopen

En je bericht krijgt dat je niet meer welkom bent

 

Dus nu moet je weer verder

Want ons land hier is te klein

Om voor een vluchteling als jij

Een thuis te willen zijn

De wind draait

Je kan doen of je van niks weet

Je kan doen of je niks ziet

Maar de wereld is veranderd

Of je dat nou wou of niet

Je kan vluchten voor de feiten

Je houdt jezelf voor de gek

Met je rug tegen de toekomst

En het verleden op je nek

 

Je kan er niks van zeggen

Je kan zwijgen tot je graf

Of je doet alsof je neus bloedt

Maar de kop is er al af

Omdat jij er bovenop zit

Merk je weinig van het lek

Met je rug tegen de toekomst

En het verleden op je nek

 

Het water stijgt

De aarde laait

De wereld hijgt

De armoe zaait

En de wind draait

De wind draait

 

En dan kan je wel beweren

Dat jou nooit iets is gevraagd

Dat iedereen het zelf moet rooien

Dat de winnaar is wie waagt

Jij wilt vrij zijn in je keuze

Tot je liezen in de drek

Met je rug tegen de toekomst

En het verleden op je nek

 

Het water stijgt

De aarde laait

De wereld hijgt

De armoe zaait

En de wind draait

De wind draait

Kan ik iets voor je doen?

Kan ik iets voor je doen?

Kan ik iets voor je zijn?

In dit wrange seizoen

Met zijn sluipend venijn

 

Kan ik iets voor je zijn?

Met een blik, een gebaar

Met een arm om je heen

Of een hand uit je haar?

 

Kan ik iets voor je zijn

In je grote gemis

Omdat wie je liefhad

Er nu niet meer is?

 

Kan ik iets voor je doen

Met een blik, met een woord

Dat doet denken aan toen

Dat je even weer voort?

 

Is er iets wat je wilt

Wat je stilte verstoort

In het kaal en het kil

Wat je graag van me hoort?

 

Is er iets wat ik doen kan

Wat je helpt in de pijn?

Iets wat iets betekent

Wil ik graag voor je zijn

 

Kan ik iets voor je doen?

Misschien een lied, een gedicht

Dat je wanhoop benoemt

Dat de last iets verlicht

 

Waar je droevig van wordt

Maar toch huilend om lacht

Dat je dagen verkort

Dat je nachten verzacht

 

Is er iets wat ik doen kan

Wat troost in verdriet?

Want straks moet je verder

Ook al wil je nog niet

 

Is er iets wat ik doen kan

Wat je helpt in de pijn?

Wat iets voor je betekent

Zou ik graag voor je zijn

 

Kan ik iets voor je zijn

Een soort arm om je heen

Zodat het iets minder schrijnt

En je niet zo alleen?

Stroom

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

Stroom, water, stroom

Stroom van alles mee

Stroom van nu, van later

Stroom van lang gelee

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

 

Wat is waar

Wie is wat

Waar was dat

En wanneer

Heel precies

Toen en daar

Die en die

Ongeveer?

 

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

Stroom, water, stroom

Stroom van alles mee

Stroom van nu, van later

Stroom van lang gelee

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

 

Hou je vast

Blijf je bij

Zet je schrap

In de tijd

Neem je mee

Laat je los

Sta je stil

Raak je kwijt

 

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

Stroom, water, stroom

Stroom van alles mee

Stroom van nu, van later

Stroom van lang gelee

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

 

Maar dan opeens dat beeld, die geur

Dat licht, die klank, die toon, die kleur

Die stem, die streling, dat gebaar

Slaat de tijd over, is het daar

 

Waar was wat

En voor wie

Dat en die

Toen die keer

Weet je nog

Toen dan wel

Maar waarom

Nu niet meer?

 

Stroom, water, stroom

Stroom naar de zee

Alsmaar steeds zo

En de dag breekt steeds weer aan

En de aarde blijft maar draaien

En de wind zal blijven waaien

En ’s nachts komt steeds weer die maan

 

En woestijnen blijven droog

Onder sterren die maar stralen

En de dalen blijven dalen

En de bergen blijven hoog

 

En de zee die blijft maar blauw

En de zon die blijft maar schijnen

En jij blijft alsmaar de mijne

Omdat ik steeds zo van je hou

 

En het gras dat blijft maar groen

En rivieren blijven stromen

En de dageraad blijft komen

Hoe dom mensen ook gaan doen

 

En de aarde blijft maar rond

En de sterren blijven stralen

En mijn hoofd zal blijven malen

Tot de jongste morgenstond

 

En de zee die blijft maar blauw

En de zon die blijft maar schijnen

En jij blijft alsmaar de mijne

Omdat ik steeds zo van je hou

Anders dan je dacht

Wat zou je nou dit?

Wat zul je nu dat?

Wat staat als een huis

Ligt straks op zijn gat

Je schapen op het droge

Zijn morgen kletsnat

Wat zou je nou dit of nu dat?

 

Alles loopt toch anders

Anders dan je dacht

Waar je ook op rekent

Of wat je had verwacht

Loopt anders dan je dacht

 

Wat zou je nou niet?

Wat moet je nu wel?

Het gaat meestal langzaam

Dan plotseling snel

Wat jaren ging duren

Is er opeens in een tel

Wat zul je nou niet of nu wel?

 

Alles loopt toch anders

Anders dan je dacht

Waar je ook op rekent

Of wat je had verwacht

Loopt anders dan je dacht

 

Kome wat komt

Het gaat als het gaat

Alles verandert

Vroeger of laat

Alles verandert

Zo goed en zo kwaad

Als komt wat er gaat

Als valt wat er staat

 

En of je nu zus

En of je nou zo

Je krijgt wat je wou

Maar zelden cadeau

Maar het spel speel je mee

Voor de schijn, voor de show

En of je nu zus of nou zo

 

Alles loopt toch anders

Anders dan je dacht

Waar je ook op rekent

Of wat je had verwacht

Loopt anders dan je dacht

De blues verlaat je nooit

Je komt bij een kruising

Kan rechts, links of rechtdoor

Toen je van huis ging was het hiervoor

Dit is precies waarom je alles verliet

Maar je kan wel de blues willen verlaten

Maar de blues verlaat jou niet

 

Dus je kwam bij die kruising

Kon rechts, links of rechtdoor

Je gooit je bijl neer

Waar doe je het voor?

Je kijkt achterom maar geen schip dat je ziet

Je kan wel de blues willen verlaten

Maar de blues verlaat jou niet

 

Je staat bij de kruising

Rechts, links of rechtdoor

Of terug naar je oorsprong via Oud Karrespoor

Je ziet een bijl liggen, daar ooit neergegooid

Je kan wel de blues willen verlaten

Maar de blues verlaat jou nooit

 

Je bent er nog lang niet

Bij lange na niet

De reis is pas over

Aan het eind van het lied

Steeds weer een afslag

Een kruising, een bocht

De reis is pas over

Aan het eind van de tocht

 

En daar bij die kruising

Kun je vier kanten op

Links, rechts, heen of terug

Opeens denk je: stop

Zo blijf je tobben tot je as is verstrooid

Je kan wel de blues willen verlaten

Maar de blues verlaat jou nooit

 

Je kan de blues wel willen verlaten

Maar de blues verlaat jou nooit

Tenminste geprobeerd

We hebben niet gewonnen

Ons meer dan eens bezeerd

De gok steeds weer genomen

Dat liep meestal verkeerd

Wat wij hartstochtelijk hoopten

Hebben we niet gehaald

Veel ging er naar de kloten

Vaak hebben we gefaald

Maar dit kan ter verzachting

Van de smaad worden beweerd:

Wij hebben het met zelfverachting

Tenminste geprobeerd

 

We hebben het geprobeerd

We hebben het geprobeerd

Niks mee opgeschoten

En weinig van geleerd

Maar we hebben het tenminste geprobeerd

 

Nee, het is niet geworden

Wat ons voor ogen stond

We hadden graag gevlogen

Maar bleven aan de grond

We hadden willen zweven

Met lak aan zwaartekracht

En scheren over toppen

Dat hadden we gedacht

Want je krijgt de werkelijkheid

Niet weggefantaseerd

Maar wij hebben het in elk geval

Tenminste geprobeerd

 

We hebben het geprobeerd

We hebben het geprobeerd

Niks mee opgeschoten

En weinig van geleerd

Maar we hebben het tenminste geprobeerd

 

En wat dan al die anderen

Wat hebben die gedaan?

Behalve dan hoofdschuddend

Laf langs de kant gestaan

In het groot gelijk van iedereen

Die weet dat hij niet wint

En bang om te verliezen

Dan maar nergens aan begint

 

We hebben het geprobeerd

We hebben het geprobeerd

Niks mee opgeschoten

En weinig van geleerd

Maar we hebben het tenminste geprobeerd

 

En wat dan al die anderen

Wat hebben die gedaan?

Behalve dan hoofdschuddend

Laf langs de kant gestaan

In het groot gelijk van iedereen

Die nergens aan begint

Te bang om te verliezen

En dus ook nooit iets wint

Zullen we dansen

Ik weet niet wat je denkt

Maar je twijfel laat zich raden

Met schuwe ogen kijk je naar

De wereld om je heen

Die zich maar ternauwernood

Staand houdt aan zijn façade

Ik weet niet wat je denkt maar

Hier is er net zo een

 

Zullen we dansen samen

Tot het eind van de avond?

Dansen samen

Tot het eind van de nacht?

Zullen we dansen, dansen

Tot het eind van ons samen

Waar het daglicht op ons wacht?

 

Ik ken je niet, een weinig nu

Maar ik zie hoe jij kan zwijgen

Hoe je stil kan zeggen

Waar geen woorden voor bestaan

Twee zielen die voor even

Hun lot willen ontstijgen

En bij elkaar een reden zoeken

Om door te gaan

 

Zullen we dansen samen

Tot het eind van de avond?

Dansen samen

Tot het eind van de nacht?

Zullen we dansen, dansen

Tot het eind van ons samen

Waar het daglicht op ons wacht?

 

Niets wat we niet wisten

Hoe toen de dingen lagen

Hoe wij de dingen zagen

In dat simpele weleer

Dat zekere, dat besliste

Van die voorbije dagen

Daar moet je ons niet meer om vragen

Weten we nu niet meer

 

Zullen we dansen samen

Samen, samen

Tot het eind van de nacht?

Dansen, dansen

Tot het eind van ons samen

Zullen we?

Stad en land

Stad en land heb ik afgereisd

Stad en land – om wat daar te ontdekken?

De vreemdste streken en de gekste plekken

Wie het zelf wil weten wordt het wijst

 

Stad en land ben ik afgeweest

Horen zeggen dat is half gelogen

Je moet het zelf zien met je eigen ogen

Angsten overwinnen die je vreest

 

Gaandeweg ga je beseffen

Gaandeweg dringt tot je door

Waar de tocht je toe zal brengen

Gaandeweg zie je het spoor

Gaandeweg

 

Ben ik door stad en land gegaan

Stad en land, de snelwegen, en stegen

Door kou en hitte, regen mee, wind tegen

Stil heb ik nooit al te lang gestaan

 

Gaandeweg ga je beseffen

Gaandeweg dringt tot je door

Waar de tocht je toe zal brengen

Gaandeweg zie je het spoor

Gaandeweg kom je erachter

Gaandeweg groeit het gevoel

Dat je bestemming niets is dan een middel

En de weg – het weg zijn – is je doel

 

Steden met hun muren, pleinen, poorten

Kerken, winkels, kroegen en verkeer

Met hun markten, scholen en kantoren

Al die drukte, mensen in de weer

 

En daarbuiten, lucht, de open velden

Vee dat graast, een autoweg die raast

Silhouet van dorpen in de verte

Straffe wind die in het wasgoed blaast

 

Stad en land heb ik afgezocht

Om te vinden. Wat ik liep te zoeken

Ligt bijna voor het grijpen, om de hoek en

Dan iets verder nog, voorbij de bocht

 

Gaandeweg ga je beseffen

Gaandeweg dringt tot je door

Waar de tocht je toe zal brengen

Gaandeweg zie je het spoor

Gaandeweg kom je erachter

Gaandeweg groeit het gevoel

Dat het eindpunt niets is dan een middel

En de weg – het weg zijn – is je doel

 

Dat je bestemming slechts de weg waarlangs was

En het onderweg zijn was je doel

Kapitein Rob

Wind in de zeilen

Zon aan de hemel

Krijsende meeuwen

Strakblauwe lucht

Krakende touwen

Armen uit mouwen

Kapitein Rob deinst nergens voor terug

 

Stip in de verte

Donkere wolken

Kolkende golven

Vijandige vlag

Doortrapte boeven

Ronkende schroeven

Kapitein Rob gaat nooit overstag

 

Valt er iets te redden in de wereld?

Dreigt er ergens onheil of gevaar?

 

Kapitein Rob knapt het wel op

Kapitein Rob bokst het voor elkaar

 

Pijp aan de lippen

Monsters en klippen

Eerloze vrouwen

In een duistere kroeg

Rotsige kusten

Troebele lusten

Stevige borrels

Gevaar voor de boeg

 

Hoekige kaken

Smerige zaken

Geen schat of de vijand

Ligt op de loer

Rechtuit de steven

Vrijheid het streven

Kapitein Rob trouw aan het roer

 

Valt er iets te redden in de wereld?

Dreigt er ergens onheil of gevaar?

Is er dringend vraag naar echte kerels?

Gaat het spannen rond de evenaar?

 

Kapitein Rob knapt het wel op

Held van het ruime sop

Met zijn markante kop

Kapitein Rob

Naar Isfahaan

Heb het blikveld wel gezien hier

Is weer gaande op tv

En straks lekker de herhaling

En morgen nog eens op Net Twee

Ik ga verderop eens kijken

Wie er zin heeft die kan mee

 

Ik heb het hier nu wel gezien, ja

Heb het hier nu wel gehoord

Alles praat maar iedereen na

Dat de onschuld is vermoord

Maar wie echt iets heeft te melden

Komt van de herrie niet aan het woord

 

Wat ze praten wat ze roepen

Maakt ook eigenlijk niet uit

Als het maar hard is of nog harder

Het is voornamelijk geluid

Ze belasteren een ander

Ze belazeren de kluit

 

Iedereen voelt zich genomen

Voelt zich behandeld als een hond

Ligt kwaad in zijn hok te grommen

Naar alles wat zijn kant op komt

Vloekt op vliegen en op vlooien

Draaiend in zijn eigen stront

 

Al die holle grote frasen

Schallend op het lege plein

Ik ga verderop eens kijken

Wordt me hier veel te vilein

Goeie mensen, echte mensen

Moeten toch nog ergens zijn

 

Ik heb hier niet veel meer te zoeken

Moet nu onderhand maar gaan

Jan Willem had goede verhalen

Over de lui in Isfahaan

Ga ik daar mijn hart ophalen

Word ik Fars, Pers of Azeriaan

 

Heb het intussen wel gezien hier

Elke blik op ontevree

Heb het intussen wel gehoord hier

Dat verongelijkte nee

Ik ga ergens anders kijken

Als je zin heb ga je mee

Een blik omhoog

Wij maar jagen, en maar druk doen

Kijken nauwelijks om ons heen

Hollen onder iedere auto

Naar de alweer volgende o zo

Belangrijke afspraak deze ochtend

En vanmiddag nog eens twee

 

Een blik omhoog

De vogels die daar vliegen

Die ons zien onszelf bedriegen

Zie ze wiegen op de wind

 

Van onszelf, voor onze bazen

Moeten verder, sneller voort

Het geluk waar we op hopen

Valt met goudgeld niet te kopen

Die machteloosheid maakt ons razend

Happend naar het laatste woord

 

Een blik omhoog

De sterren die daar stralen

Die van eeuwigheid verhalen

En niet malen om ons hier

 

In een vloek en een zucht

Is het voorbij

In een vloek en een zucht

Voor jou en mij

In een vloek en een zucht

Voorbij, voorbij

 

Een blik omhoog

De wolken die daar drijven

Steeds veranderen, nooit zo blijven

Niet beklijven, zien ons gaan

later is nu

Waar wil je op wachten?

Tot je wat zeker weet?

Alsof dat bestaat en

Zekerheid geeft

Is niet elke seconde

Een mogelijk uur U?

Waarom nog wachten?

Waarom niet nu?

 

Wat houdt je tegen?

Wat maakt je bang?

Dat wikken en wegen

Je blijft aan de gang

Je aarzelt nog even en

Wat heb je dan?

Dan is alles weer anders

En het komt er niet van

 

Later bestaat niet

Je weet hoe dat gaat

Later, dat gaat niet

Later is te laat

 

Dus doe hoe je zelf wilt

En neem je besluit

Denk je het te weten

Kom ervoor uit

Laat ze niet raden

Naar wat je bedoelt

Laat ze het weten

Hoe jij het voelt

 

Later bestaat niet

Je weet hoe dat gaat

Later, dat gaat niet

Later is te laat

 

Is niet elke seconde

Een mogelijk uur U?

Later bestaat niet

Later is nu

Jij maakt me waar

Jij geeft me andere ogen

Met een heel ander zicht

Op een andere ruimte

In een heel ander licht

Een andere visie

Dan mijn oud groot gelijk

Je geeft me andere ogen

Met een gloednieuwe kijk

Je geeft me andere ogen

En een gloednieuwe kijk

 

Jij geeft me andere woorden

In een andere taal

Gloednieuwe beelden

Een heel ander verhaal

Weg die grote gebaren

Voor mijn domme gepiel

Jij kent mijn ware

Brengt me terug tot mijn ziel

Jij bent mijn ware

Brengt me terug tot mijn ziel

 

Jij maakt me anders

Jij draait me een slag

Jij wijst me een richting

Die ik zelf nog niet zag

Ik laat je mijn gang gaan

Zonder bezwaar

Ga tot mijn uiterste

Maak me maar waar

 

Jij geeft me andere dagen

Mijn grauw maak je blauw

Het zijn andere nachten

In de warmte bij jou

Je geeft me een streven

Een doel, een begin

Je geeft me een leven

Met jou middenin

Je laat me weer leven

Met jou heeft het zin

 

Jij maakt me anders

Jij draait me om

Jij wijst me een richting

Als ik er niet uitkom

Jij gaat tot mijn uiterste

Ik maak geen bezwaar

Ik laat je mijn gang gaan

Jij maakt me waar

Ga weg en kom terug

Ga weg, ga weg, ga bij me weg

Laat mij in de steek

Ga weg, ga weg, ga bij me weg

Breng me weer van streek

Laat me moederziel alleen

Ga weg en zeg me niet waarheen

Zodat ik in mijn wanhoop bang

Krankzinnig veel naar je verlang

En diepe zuchten zucht

Ga weg, ga weg, en kom dan

Plotseling weer bij me terug

 

Ga weg, ga weg, ga bij me weg

Als een donderslag

Ga weg, ga weg, ga bij me weg

Op een stralende dag

Of ga midden in de nacht

Als ik nergens op bedacht

In slaap gevallen aan je zij

Droom dat je er steeds bent voor mij

Ga stil, heel stil en vlug

Ga weg, ga weg, ga weg en kom dan

Plotseling weer bij me terug

 

Dan vieren we de liefde als nimmer tevoren

We zakken door het bed tot een gat in de dag

We drinken het leven in tot over onze oren

En worden starnakel zat van elkaars lach

 

Likken elkaars zout en pikken elkaar wonden

We kussen ons de ogen uit, lusten elkaars bloed

We wrijven onze lijven, bedrijven alle zonden

En we vinden verlossing in elkaars gloed

Dus ga weg en kom terug, want dat kan je zo goed

 

Ga weg, ga weg, ga bij me weg

Zeg me niet gedag

Ga weg, ga weg, ga bij me weg

Maak me weer van slag

Zoals jij dat met me doet

Weet niet waar ik het zoeken moet

Ik kom tot niets, kom niet vooruit

Staar naar de deur, staar door de ruit

Tot jij over de brug

Ga weg, ga weg, ga weg en kom dan

Plotseling weer bij me terug

 

Dan houden we niet op elkaar te beminnen

Gaan in elkaar onder, gaan in elkaar op

We raken van liefde compleet buiten zinnen

Van lage instincten tot wellust ten top

We hijgen van hartstocht, we smeken genade

We vallen in onmacht en snikken om meer

We stijgen ten hemel, snakken naar adem

En met knakkende vleugels storten we neer

Dus ga weg en kom terug, keer op keer op keer op keer

 

Dus ga weg en kom terug, want dat kan je zo goed

Dat doe je zo zoet zo zoet zo zoet

 

Van je terug uit en op weg naar

Overal en nergens, zeg maar

Tussen noord zuid oost en west

Van je terug uit en op weg naar

Is een bandje op zijn best

 

Zijn er bijna maar nog net niet

Al lijkt het er aardig op

Komt een beetje in de buurt van

Hoe het hunkert in je kop

 

Maar iets zegt je: ‘Bijna, bijna…

Haast maar nog niet helemaal’

Nog iets verder zal het zijn, ja

Is het – wedden – ideaal!

 

Overal en nergens, zeg maar

Tussen noord zuid oost en west

Van je terug uit en op weg naar

Is een bandje op zijn best

 

Het gebeurt wel maar hoogst zelden

Blijft het hangen als een hit

Gonst het mee over de velden

Je weet niet waar dat in zit

 

Dat het even, even hier is

En dan alweer weg, naar waar?

Zegt je hoofd dat het nooit klaar is

Je gevoel zegt: ‘Morgen, daar!’

 

Overal en nergens zeg maar

Tussen noord zuid oost en west

Van je terug uit en op weg naar

Is een bandje op zijn best

 

Van Zeldenthuis naar Bijnadaar

Van Zouzograag naar Watikwou

Van Heldenhuis naar Karrenmaar

Van Moetzonodig naar Ikjou

 

Eenmaal dood kan je niet dooier

Maar we leven nog en hoe

Het is mooi, het kan nog mooier

Rij de bus er maar naartoe

 

Overal en nergens, zeg maar

Tussen noord zuid oost en west

Van je terug uit en op weg naar

Is ons bandje op zijn best

 

Van Oppertop naar Onderweg

Van Eensmaarnooit naar Zijnweweer

Van Heesterhuig naar Hegnochsteg

Van Voorhetlaatst naar Volgendkeer

 

Van Kannietop naar Gaatmaardoor

Van Hoelangnog naar Luktnietmeer

Van Wassenneus naar Doejehetvoor

Van Ditwaseens naar Morgenweer

De zanger van het laatste lied

De zanger van het laatste lied

Zoekt woorden maar hij vindt ze niet

Zoekt woorden om nog één keer echt

Te zeggen wat er moet gezegd

Voordat het over is en stil

En kaal en rustig wordt en schril

 

De zanger van het laatste lied

Zoekt woorden maar hij vindt ze niet

Hij luistert en denkt na, loopt rond

Kijkt om zich heen, staart naar de grond

Hij eet, hij leest, hij ziet tv

Hij wandelt met wat vrienden mee

 

Soms hoort hij iets, vangt hij iets op

Dat zoemt dan dagen in zijn kop

Maar woorden voor zijn laatste lied

Zijn het bij lange na nog niet

 

De zanger van het laatste lied

Zoekt woorden maar vindt ze maar niet

De nood is hoog, de tijd die dringt

Voor het laatste lied dat alles zingt

Dat tegengif mengt, klaarheid schenkt

En alle tumult tot zwijgen brengt

 

Hoe zing je wat er krom is recht?

Hoe zing je wat onwaar is echt?

Hoe zing je wat er dom is goed?

Hoe zing je voor- in tegenspoed?

Hoe zing je troost bij nederlaag?

Hoe zing je antwoord in een plaag?

Hoe zing je zonlicht in het grauw?

En hoe vooral: ik hou van jou?

 

De zanger van het laatste lied

Zoekt woorden maar hij vindt ze niet

En hij besluit: dit gaat niet meer

Hij geeft het op, hij legt zich neer

Zijn vrouw en kinderen aan zijn bed

Horen tot slot heel zacht nog net

Zijn stem, zijn laatste ademstoot

Ternauwernood iets zingen

Tegen hun verdriet

Vergeet me niet

Scherp de zeis

Elke dag valt iets te vieren

In het groot en in het klein

Slacht de schapen, fok de stieren

Schenk de wijn en breng ons bieren

Mazzelpikken die we zijn

 

Elke dag valt iets te vieren

In het klein en in het groot

Oostenwind raast door de kieren

Blaast de deur uit zijn scharnieren

Legt de fundamenten bloot

Laat je geen minuut vermiereneuken

Stop elk dom gekloot

Elke dag valt iets te vieren

Van de regen in de sloot

 

Elke dag valt iets te vieren

Bij de vleet of bij de vloot

Weg met alle officieren

Die niet kunnen passagieren

Zet ze op water en droog brood

Elke dag vergt nieuwe spieren

Aan de lieren op de boot

Elke dag valt iets te vieren

Op het leven en de dood

 

Want het gaat een keer gebeuren

Nee, ze maken mij niks wijs

Kom me niet met een toegift leuren

Na het einde van de reis

Wie nu leeft moet straks niet zeuren

God bewaar me voor geen prijs

Haal de slijpsteen. Scherp de zeis

 

Elke dag valt iets te vieren

In het groot of in het klein

Hoe de tijden ook kunnen tieren

En de mensen kunnen klieren

Wees je ware, dump de schijn

Laat toneelspelers maar schjmieren

Met hun ingebeelde pijn

Elke dag valt iets te vieren

In de goot en op het plein

 

Elke dag met hart en nieren

Of het schip in of de trein

Elke dag valt iets te vieren

In dit even dat we er zijn

 

En het gaat een keer gebeuren

Nee, ze maken mij niks wijs

Kom me niet met een toegift leuren

Na het einde van de reis

Wie nu suft moet straks niet zeuren

God bewaar me voor geen prijs

Haal de slijpsteen. Scherp de zeis