Hoofdstuk 4
Isobel voelde zich fantastisch toen ze door de straatjes van Trevente dwaalde. Ze had een geweldige dag gehad. Haar bezoek aan de fabriek was goed verlopen. Het hoofd productie had haar een rondleiding gegeven en haar aan de technisch manager en de patroonsnijders voorgesteld. Iedereen had zich enthousiast en toegewijd betoond en al snel had Isobel duidelijk kunnen maken welke kwaliteit en welk oog voor detail ze verwachtte. Nu voelde ze zich weer enthousiast over haar bedrijf. Hier had ze zo hard voor gewerkt sinds Spicer Shoes zo’n vlucht had genomen.
De gekte was drie maanden geleden begonnen toen een beroemde actrice in een tv-interview aanstoot had genomen aan een van de vragen. Een van haar schoenen uittrekkend, had het erop geleken dat ze de interviewer ermee om de oren wilde slaan. Maar ze had zich bedacht en gezegd: ‘Laat maar. Zo direct beschadig ik mijn Spicer nog, en dat is geen enkele man waard.’
Ineens had iedereen het over Spicer Shoes, en er was een ware storm losgebarsten op social media. Een lawine aan bestellingen van rijke en beroemde klanten volgde.
Het was een enorme verandering geweest voor het kleine bedrijf. Meer dan vijftig jaar geleden was haar grootvader ermee begonnen. Spicer Shoes was altijd al exclusief geweest, maar de clientèle vrij beperkt. Sinds Isobel het bedrijf had overgenomen, waren er tijden geweest dat ze zo krap bij kas had gezeten dat ze bang was geweest de salarissen van haar twaalf meesterschoenenmakers niet te kunnen betalen.
Dat was op slag veranderd. Hoewel Isobel had geweten dat deze publiciteitsstunt zijn eigen uitdagingen met zich mee zou brengen – waaronder cashflow – had ze zo’n kans niet kunnen laten liggen, zelfs als dat betekende dat ze met Orlando Cassano te maken zou krijgen.
Godzijdank was zijn sombere humeur haar vandaag bespaard gebleven. In Londen was hij al kortaf en zakelijk geweest, maar op Italiaanse bodem had zijn stemming een nieuw dieptepunt bereikt. Gisterenavond laat waren ze in hun hotel aangekomen, een prachtig gerenoveerd klooster op de rand van een klif. Met hoge, gewelfde plafonds, glazen vloeren en hypermodern meubilair was het duidelijk het werk van een creatief genie. Het paste tot in de puntjes bij een man als Orlando Cassano.
Gelukkig was hun suite werkelijk enorm. Door Orlando’s nabijheid op de vlucht en zijn gitzwarte humeur had Isobel zich erg gespannen gevoeld. Snel had ze zich in een van de kamers teruggetrokken. Te moe om te bedenken waarom hij zo stil was, had ze aangenomen dat dat door haar en de baby kwam, en de realisatie dat hij in de val zat. Maar dat was zijn pakkie-an. Ze had hem meermaals een uitweg geboden.
Vanochtend was hij zo mogelijk nog chagrijniger geweest. Toen ze uit een diepe slaap was ontwaakt, had hij in haar deuropening gestaan. Hoewel ze haar favoriete pyjama droeg –deels omdat hij lekker zat, deels om zichzelf eraan te herinneren dat deze reis puur zakelijk was – had ze als een dolle naar de lakens gegraaid om zich te bedekken. Kortaf had hij meegedeeld dat hij wat zaken moest regelen. Een chauffeur zou haar op komen halen en ’s avonds zou hij haar in Trevente zien. Daarmee had hij de deur dichtgedaan en was hij vertrokken.
Trevente bleek een soort schoenenmekka. In het middeleeuwse stadje, hoog in de heuvels gelegen, huisde een verbazingwekkende hoeveelheid schoenenzaken. Er waren ouderwetse schoenmakerijen met werkplaatsen weggestopt achter kleine winkeltjes die nauwelijks groter waren dan een krantenkiosk, en dan waren er de meer prestigieuze winkels van de beroemde namen, met overdadige etalages die fantastisch artistiek en inventief ingericht waren. Het was alsof het hele stadje een ode aan prachtig schoeisel bracht.
Isobel smulde ervan, vooral nu het zo’n prachtige lenteavond was. De heerlijke geur van oranjebloesem hing in de lucht en de kronkelende straatjes waren nog vol winkelend en etend publiek. Het was onmogelijk hier niet vrolijk van te worden. Volkomen geïntrigeerd stond ze te kijken naar een fantasievolle uitstalling van schoenen die aan draden van het plafond hingen. Plotseling merkte ze dat ze niet langer alleen was.
‘Hier ben je dus.’
Zich omdraaiend, stond ze oog in oog met Orlando’s brede, gespierde borst.
‘We hadden een eetafspraak, weet je nog?’ zei hij met nauwverholen irritatie.
Isobel keek op haar horloge. Oeps. Ze zou hem een halfuur geleden in een plaatselijke trattoria ontmoeten. ‘Sorry. Tijd vergeten. Het is hier zo geweldig.’ Even glimlachte ze, maar ze kreeg er niets dan vijandigheid voor terug.
‘Aanzienlijk minder geweldig wanneer je honger hebt,’ zei hij, en hij legde zijn hand op haar onderrug. Orlando manoeuvreerde haar weg van de etalage en haakte toen zijn arm door de hare – meer om haar te kunnen sturen dan als teken van vriendschappelijkheid. ‘Deze kant op.’
Isobel liep op een drafje om hem bij te houden terwijl ze door verlaten straatjes werd geleid die zo smal waren dat ze de gebouwen aan weerszijden met uitgestrekte armen bijna zou kunnen aanraken. De ijzeren balkonnetjes boven hen waren versierd met waslijnen vol kleding, en fleurige planten barstten uit hergebruikte olijfolievaatjes.
Haar ongeduldige, zwijgzame metgezel leek niet van plan langzamer te gaan lopen. In het oranje licht van de straatlantaarns zag ze dat zijn kaak strak stond, en zijn ogen somber. Was dit niet een beetje overdreven? Oké, ze was laat, maar dat was toch niet het einde van de wereld? Terwijl ze haar arm lostrok, vroeg ze: ‘Kunnen we wat langzamer lopen, alsjeblieft?’ Als een echte Italiaanse mama plantte ze haar handen op haar heupen. ‘Je loopt te hard.’
Ze stonden in een met schaduwen gevuld steegje. Orlando’s intense blik gleed over haar heen.
Plotseling kwam haar ademhaling te snel. Misschien was het toch niet zo’n goed idee geweest te stoppen. ‘Het zijn mijn hakken.’ Tegen de muur leunend, bekeek ze een van de schoenen, een soort kruising tussen een sandaal en een laars, aan de voorkant opengewerkt. Alles om aan zijn blik te ontsnappen. ‘Ze zijn niet gemaakt voor snelwandelen op keien.’
‘Blijkbaar.’
Nu stond hij zo dicht bij haar dat ze de hitte van zijn lichaam kon voelen, en door de glinstering in zijn ogen begon haar hart als een dolle te kloppen. Ze slikte moeizaam. ‘Ja,’ ratelde ze door, ‘als ik had geweten dat we een hardloopwedstijd zouden gaan doen, had ik mijn gympen gedragen.’
‘Ik ben blij dat je dat niet hebt gedaan.’
In de verte kwam er een scooter aan en Orlando deed nog een stap dichterbij. Hij legde zijn palmen aan weerszijden van haar hoofd tegen de muur.
Plotseling vlamde Isobel van verlangen.
‘Ik vind je laarzen namelijk erg aantrekkelijk.’
O, nu deed hij aardig? Ze ontplofte bijna van de mix aan emoties die door haar hen raasde.
De scooter tufte voorbij en toeterde vrolijk, maar zelfs toen bewoog Orlando niet. Haar aankijkend, zei hij: ‘Sterker nog, ik vind je ontwerpen briljant.’
‘Dank je.’ Wonder boven wonder klonk haar stem normaal, zelfs nu de rest van haar lijf in vrije val zat.
Lang staarde Orlando haar aan, en ze voelde haar onderbuik samentrekken. Haar lippen gingen onwillekeurig van elkaar. Langzaam boog hij zijn hoofd voorover tot zijn mond op een haartje na de hare raakte. ‘En dat is ook een van de redenen waarom ik in Spicer Shoes heb geïnvesteerd.’
Ja, natuurlijk. Een stemmetje in haar hoofd smeekte haar te vragen naar de andere redenen, maar voordat ze er de kans toe kreeg, had Orlando zich van de muur weggeduwd. Isobel voelde zich vreemd naakt.
‘Kunnen we nu dan eindelijk naar dat restaurant?’
Lusardi was klein en gezellig en rook heerlijk naar ui en knoflook. Er stonden kaarsen op de eenvoudige houten tafels en het hele restaurant straalde een intieme charme uit waar Isobel meteen verliefd op werd. Overal zaten luidruchtige families te praten en te lachen. Alle generaties waren vertegenwoordigd, van tonnetjeronde Italiaanse mannen met een servet onder hun kin tot kleine koters die volle lepels pasta in hun mondjes stopten.
Het tafeltje dat zij aangewezen kregen, zat weggestopt tussen de eters en verschillende stoelen moesten verschoven worden voordat ze zich aan tafel konden wurmen.
Isobel was zich wederom acuut bewust van Orlando’s nabijheid toen zijn knie onder tafel langs de hare streelde.
De bediening was snel en efficiënt. Spoedig zaten ze te smullen van knapperige fritto misto, gevulde olijven en de meest verrukkelijke truffellasagne die Isobel ooit had gegeten. Ze merkte dat ze honger had en genoot met volle teugen van al het heerlijks.
Tegenover haar werkte Orlando zijn maaltijd gulzig naar binnen. Elke poging tot een gesprek wimpelde hij af.
Maar zijn nabijheid gonsde als elektriciteit door haar lichaam. Ze kreeg het er warm van. Terwijl ze een vork pasta naar haar mond bracht, stond ze zichzelf eindelijk toe naar hem te kijken. Het was onmogelijk zich niet aangetrokken te voelen tot deze hypnotiserende, charismatische man. Aan de ene kant leek hij zich hier thuis te voelen, te oordelen aan de manier waarop hij zelfverzekerd in rap Italiaans tegen de ober sprak. Maar er was iets anders waar Isobel niet precies haar vinger op kon liggen. Een stilzwijgend ongemak dat als een donkere wolk boven hem hing.
Toen Orlando zijn hoofd ophief, was hij onmiddellijk verloren in de zeegroene ogen van zijn tafelgenote. Grote, prachtige kijkers keken hem onderzoekend en schuchter aan. Zijn gedrag verwarde Isobel, dat wist hij, maar zijn goede manieren en beleefdheid hadden plaatsgemaakt voor iets rauws en donkers en daar kon hij niets aan doen.
Zoals verwacht was zijn bezoek aan de familienotaris vanmorgen verschrikkelijk geweest. Nadat de notaris Orlando ernstig de hand had geschud en hem markies van Trevente had genoemd, had hij gevraagd naar zijn plannen voor het landgoed. Overduidelijk verwachtte hij dat Orlando de verwaarloosde landerijen zou redden. Maar daar had hij het toch bij het verkeerde eind gehad. Nadat Orlando hem haarfijn had uitgelegd dat hij het landgoed per direct te koop wilde zetten, had de notaris het zware houten zegel teruggelegd in de met fluweel beklede doos en met een treurige blik naar Orlando’s handtekening op de erfoverdracht gekeken.
Pas naderhand had Orlando zich gerealiseerd dat hij zó hard bezig was geweest afstand te scheppen tussen hem en zijn vader, en duidelijk te maken dat hij niets met de naam of het landgoed te maken wilde hebben, dat hij hetzelfde lompe gedrag van zijn vader had vertoond. Dat had hem bepaald niet opgevrolijkt.
En waarom had hij Isobel hier mee naartoe genomen? Naar deze kleine, zweterige trattoria, terwijl ze naar het koele, met Michelin-sterren overladen restaurant in hun hotel hadden kunnen gaan? Omdat hij wist dat Isobel dit fantastisch zou vinden. Even vreemd was het dat hij haar Trevente had willen laten zien. Zelf wilde hij er zo snel mogelijk weg om er nooit meer terug te komen, maar ook in dat geval had hij vermoed dat Isobel het prachtig zou vinden. De glinstering in haar ogen toen hij haar naar de schoenen in dat winkeltje had zien staren, bevestigde dat. Tegelijkertijd was hij belachelijk jaloers geweest omdat zij niet zo naar hem keek.
Hij legde zijn mes en vork neer en dwong zichzelf om de praktische kanten van de situatie in ogenschouw te nemen. Hij moest zo snel mogelijk van zijn erfenis af. Vervolgens zou hij bedenken hoe het verder moest met Isobel en de baby. Somberen leverde niets op, dus daar moest hij mee ophouden. Het was tijd dat hij de touwtjes weer in handen nam. Maar dat lukte in de nabijheid van Isobel Spicer bar slecht. Alles aan haar wond hem op – van de manier waarop ze liep, tot haar mond terwijl ze at, en zelfs haar opgeheven kin wanneer ze hem zo nodig moest uitdagen. En die groene ogen die hem nu aankeken…
Dio. Net in het donkere steegje had hij haar bijna tegen de muur gedrukt en haar genomen, haar jurkje omhooggeschoven totdat hij haar slipje en het genot dat daaronder school, zou hebben gevonden. En dat was toch weinig fatsoenlijk gedrag voor een vierendertigjarige die zo trots was op zijn zelfbeheersing. ‘Dus,’ zei Orlando, en hij schraapte zijn keel terwijl hij de puberale fantasie probeerde weg te drukken. ‘Hoe ging het vandaag bij de fabriek?’
‘Goed, ja,’ zei ze, en keek hem over het dessertmenu aan. ‘Het is echt indrukwekkend, al die gloednieuwe machines en operateurs die al aan het werk zijn. Ongelofelijk dat het allemaal zo snel is gegaan.’
‘Door de recessie hebben meerdere fabrieken moeten sluiten en is de werkeloosheid in de regio hoog. Daarom is er veel vraag naar geschoold werk.’ Orlando zweeg even toen de ober Isobels bestelling – chocoladesoufflé – opnam. Zelf nam hij niets. ‘Ik wist dat dit gebied ideaal zou zijn voor de Spicer-fabriek.’
‘Je had gelijk. En het was heel fijn om met eigen ogen te kunnen zien hoe je investering wordt besteed. Iedereen leek erg enthousiast en betrokken.’
‘En terecht. Dit is het begin van een productieve relatie, en voor deze mensen betekent dat brood op de plank en zekerheid voor hun familie. Als alles goed gaat, kunnen ze ook nog eens heel behoorlijke bonussen verwachten.’
‘Laten we het hopen,’ zei Isobel.
Haar glimlach was zo teder dat Orlando er bijna aan onderdoor ging. Een kloppend adertje in haar nek verraadde hoeveel het bedrijf voor haar betekende. ‘En de kwaliteitscontrole waar je zo bezorgd over was?’ vroeg hij snel door. Concentreer je op de zaken, hield hij zichzelf voor. ‘Is dat nu opgelost?’
‘Ja, ik denk het wel. Ik moet bekennen dat ik gisteren misschien wat overdreven reageerde.’
‘Nou, dat weet ik niet hoor. De uitlijning van de gaatjes op dat enkelbandje… daar zou iedereen toch een zenuwinzinking van krijgen?’
Even was het stil. Het was duidelijk dat ze niet kon geloven dat hij haar aan het plagen was. Wanneer was hij zo’n zuurpruim geworden? Maar toen haar volle lippen zich in een brede, schitterende glimlach krulden, en zijn bloed zich razendsnel een weg naar zijn kruis baande, herinnerde hij zich weer waarom hij zo voorzichtig moest doen in haar nabijheid.
‘Touché!’ De ober zette haar toetje neer en Isobel nam een hap. Gelukzalig sloot ze haar ogen. ‘O, dit is heerlijk. Proberen?’ vroeg ze en stak een lepel naar hem uit.
‘Eh… nee, nee grazie.’ Orlando dwong zichzelf ergens anders naar te kijken dan haar lippen toen ze die aflikte.
‘Dus,’ zei Isobel, ‘hoe was jouw dag? Je hebt me nog helemaal niet verteld welke zaken je hier moest regelen.’
Orlando aarzelde. Nee, dat was zo. En dat hield hij liever zo. Maar iets aan de blik in Isobels onderzoekende ogen liet hem van gedachte veranderen. Wat maakte het ook uit? Het was voorbij. ‘Ik moest hier voor mijn erfenis zijn.’
‘Echt?’ Isobel legde haar lepel neer. ‘Welke erfenis dan?’
Ah, dat vond ze interessant. ‘Castello Trevente… het Trevente-landgoed,’ zei hij en zweeg toen. Bijna genoot hij van de verbaasde blik op haar gezicht. ‘O, en de titel die daarmee gepaard gaat. Markies van Trevente.’
‘Dat meen je!’ Isobel depte haar lippen met haar servet. ‘Je bent markies?’
‘Ja. Maar voordat je kaartjes laat printen… ik ga de titel afwijzen en het landgoed en kasteel verkopen. Mits er iemand zo gek is om het te kopen, natuurlijk.’
‘Verkopen? Waarom?’
‘Dat doet er niet toe.’ Het onderwerp begon hem te vervelen en hij draaide zich om naar ober. ‘Kunnen we gaan?’
‘Nog niet.’ Zich vooroverbuigend, legde Isobel haar hand op de zijne, maar trok hem toen snel weer terug alsof ze zich had gebrand.
Orlando trok zijn wenkbrauwen op.
‘Ik vraag het alleen maar, Orlando. Ik bedoel, waarschijnlijk is dit een eeuwenoude familietitel?’
Onverschillig haalde Orlando zijn schouders op.
‘Is het dan niet je plicht die te beschermen? En hem aan de volgende generatie door te geven?’
‘Nee, dat is het niet. En het gaat je overigens ook niets aan,’ gromde hij tussen samengeklemde tanden. Uit zijn portemonnee trok hij een stapel euro’s tevoorschijn en smeet die op tafel. ‘We gaan, Isobel.’
Isobel bleef zitten. ‘Vind je niet dat je dit met me had moeten bespreken voordat je een beslissing nam?’
Half opstaand, bevroor Orlando en ongelovig keek hij haar aan. Had hij haar nou goed gehoord? ‘Het met jou bespreken?’ siste hij.
‘Ja.’
‘En waarom zou ik dat precies doen?’
‘Nou…’ Een blos kroop over Isobels wangen, maar ze stond haar mannetje. ‘Vanwege ons kind natuurlijk. Ik bedoel, we weten natuurlijk niet of het een jongetje wordt, maar als dat wel het geval is, voelt het oneerlijk om hem zijn erfenis te ontzeggen omdat jij die niet wilt.’
Orlando boog zich voorover en fluisterde op vervaarlijk lage toon: ‘Je hebt geen idee waar je het over hebt, Isobel. Ik stel voor dat we dit gesprek nu beëindigen.’ Instinctief wilde hij haar hand vastpakken, haar naar buiten marcheren en haar daar met een allesverzengende kus het zwijgen opleggen. Een kus waardoor ze om genade zou smeken. Of om meer.
Maar het leek of Isobel zijn opborrelende woede tot ontploffing wilde brengen. ‘En hoe zit het dan met je vader?’
Alsof een bak ijskoud water over hem uit werd gestort, stond plotseling elke spier in Orlando’s lichaam strak. ‘Hoe zit wat met mijn vader?’
Zijn venijnige toon had Isobel tot zinnen moeten brengen, maar nee. Uit pure koppigheid ging ze door. ‘Wat denk je dat hij ervan zou vinden dat je het landgoed wilt verkopen? Per slot van rekening heeft hij het aan je nagelaten in de veronderstelling dat je ervoor zou zorgen.’
‘Ha!’ Met een wreed lachje plofte hij terug in zijn stoel. Uit alle macht probeerde hij zijn woede onder controle te krijgen. ‘Je hebt er geen idee van hoe belachelijk die aanname is, Isobel. Als je het wilt weten, mijn vader is de reden dat ik het landgoed verkoop en er niets meer mee te maken wil hebben.’
Isobel sloeg haar ogen neer terwijl ze over zijn woorden nadacht. ‘En mag ik vragen waarom?’
Orlando wilde zeggen dat ze dat niet kon. Nooit wilde hij het meer over die man hebben. Tot deze erfenis opdook, had hij gedacht dat hij zijn vader voorgoed uit zijn leven had gebannen. Maar nu lagen de stinkende wonden weer wagenwijd open. ‘Omdat mijn vader een klootzak was, Isobel. Het laagste van het laagste. Een man wiens ontaardheid geen grenzen kende.’
Isobel verstijfde. Met trillende stem vroeg ze: ‘Wat heeft hij gedaan, Orlando? Wat was er zo verschrikkelijk aan hem?’
Orlando keek haar indringend aan. ‘Hij heeft iemand vermoord, Isobel. Is dat erg genoeg voor je?’