Woord van dank

Dank aan Paul LeClerc, die me moed insprak toen het echt nodig was, aan het Dorothy and Lewis B. Cullman Center for Scholars and Writers van de Openbare Bibliotheek van New York, dat me voor een heel jaar een werkkamer ter beschikking stelde, aan Yaddo, waar ik gedurende twee schitterende junimaanden te gast was, aan Jonathan Galassi, mijn redacteur, aan Lynn Nesbit, mijn agente, en aan mijn goede vriendin Cynthia Zarin. Zij allen hebben het hunne aan dit boek bijgedragen. En tot slot dank ik mijn vrouw Susan, die me een basis, een thuis, een leven en de liefde en zegeningen van een gezin heeft gegeven.